aziegek.reismee.nl

They took our Bible...

Moe en met een beetje tegenzin (groepsreizen vinden we gewoon een beetje saai) en een kilo mango's, als snackje voor onderweg :D, stapten we in de bus naar Tibet. Gelukkig lag het 'opa en oma' gehalte van de groep niet heel hoog. Sterker nog, bijna de helft was gewoon jonger dan wij... hmmm...


En dachten we in het vorige verhaaltje nog dat alles goed was gegaan met de treintickets, inmiddels was duidelijk dat dat zeker niet het geval was. Er waren hard seats, in plaats van hard sleepers, gereserveerd... en dat terwijl wij nooit om stoelen hebben gevraagd, alleen maar om een bed! Want als je 36 uur in de trein moet 'zitten', leek een bed, zelfs een hard bed, ons toch wel zo comfortabel. Voordat we vertrokken hebben we de touroperator nog uit zijn bed gebeld, maar na zo'n 20 minuten werd duidelijk dat er niets meer aan te doen was... fijn vooruitzicht!


Met nog iets meer tegenzin vertrokken we dus uiteindelijk naar Tibet. En we hadden niet veel langer moeten wachten; jeetje wat was de weg slecht! Er zijn nu al zoveel landslides (een gedeelte van de berg is daar naar beneden gegleden) geweest, dat de bus amper over de stenen en zand heen kon. En dat terwijl de monsoon nog niet eens op volle kracht is... we willen niet weten hoe het er tijdens/na de monsoon uit ziet!


Onderweg vertelde onze gids, naast dat er best veel ongelukken gebeuren door de slechte weg..., dat het een lange dag zou worden bij de grens; er waren zo'n 500 toeristen onderweg naar Tibet! En aangezien de Chinese immigratiedienst heel ijverig is en elke tas handmatig helemaal doorzoekt, moesten we ons voorbereiden op lange lange wachtrijen! Gelukkig vielen de wachtrijen mee. Iets in de categorie van: als je zegt dat het erger is dan dat het is, dan het is kan het alleen maar meevallen. Daarentegen moesten we wel gelijk onze mango's schenken aan de, wel erg aggresief, bedelende kinderen bij de grens, want fruit mag niet de grens over, grrrr! Dat had de gids ook wel even mogen vertellen! Vervolgens werden onze tassen overhoop gehaald door het Chinese (kinder)leger. We vroegen ons ernstig af of ze de 18 jaar wel haalden en ze hadden heel kinderachtig ook de grootste lol met de inhoud van onze tassen. Daarna moest Rogier als speelpop dienen; hij moest even zijn spierballen laten zien??? Onze 'lol' was wel echt over toen ze de lonely planet van China tegen kwamen. Wij hadden hem al, met pijn in ons hart, verminkt tot de Tibetloze editie... maar op een van de kaartjes stond Taiwan (ik bedoel natuurlijk Chinese Taipei... sorry China :-S) niet als onderdeel van China vermeld... 'This book is not correct!' Wij nog voorgesteld om de kaart er uit te scheuren, maar het mocht niet baten. Zelfs onze please, please, please en zielige gezichtjes hielpen niet... so they took our bible! NOOOOOOO!! Stuurloos gingen we dan de grens over. Nu waren we echt helemaal overgeleverd aan de gids...


Foto's maken bij de grenspost of van het leger is absoluut verboden! Wel jammer, anders hadden we de twee wassenbeelden die bij de grensovergang stonden op de foto kunnen zetten. Nou ja, wassenbeelden, we bedoelen natuurlijk de twee mensen die het beroep van 'living statue' niet op de Dam, maar aan de grens van China uitoefenen... en bij elk gebouw met een enigszins militaire inslag staan twee of meer van deze 'poppen', vaak zelfs nog in een soort van glazen huisje in de brandende zon....respect...?!


Dag 2 begon ook al goed want de bus deed het niet meer. Accu dood... of de mannen even de bus konden duwen. Wonderbaarlijk genoeg kwam er beweging in, tot de bus met één van de wielen vast kwam te zitten op een hoge stoeprand. Toen was er geen beweging meer in te krijgen. Nieuwe accu halen dan maar. Ruim een uur later komt de buschauffeur terug met... startkabels. Eerst nog maar een keertje gewoon proberen dan...broem broem... start de bus gewoon...! Daarna even schoolreisjesstijl de mensen tellen... chig, nyi, sum... yes, we have enough ;-)


Dat de dag goed begon, menen we ook wel echt, want vanaf dag 2 werden we getrakeerd op een schitterend typisch Tibetaans landschap. Een beetje woestijnachtig met schitterende bergen, afgewisseld met dorpjes geheel in Tibetaanse stijl met mooi versierde ramen en kozijnen en sommige compleet met een mooie toeganspoort. Grappig is wel dat alle muren en daken volgestapeld worden met brandhout en plakken yakstront om op te koken. De mensen leven hier voornamelijk van de landbouw (gerst, tarwe, koolzaad) en veeteelt (yaks, schapen). Vooral de gele koolzaadvelden geven een mooi contrast met de bergen. De gemiddelde Tibetaan leeft op Tsampa (geroosterde gerst, vermalen tot poeder, waarvan een soort pap wordt gemaakt met water/yakmelk en/of yakboter of ze eten het gewoon 'rauw'. En dat onder het genot van een kopje 'butter tea'... de naam zegt het al: thee met een flinke klodder yak boter...yummie :-p

In tegenstelling tot onze eerdere ervaringen op de weg, zijn de wegen in Tibet heel erg goed, zodat we met gemak de hoogste punten van onze trip bereikten; de bergpassen Lalung La op 5050m en de dag erna Gyatchu La op 5220m. De bergpassen zijn één grote zee van gebedsvlaggetjes, die mensen ophangen voor goed geluk. Veilig acclimatiseren was er overigens niet bij; we gingen in één dag van 2000m naar ruim 5000m om vervolgens weer af te dalen naar 4000m. Met als gevolg dat meerdere mensen last van hoogteziekte hadden en aan de zuurstof moesten, die je hier gewoon in een winkeltje kan kopen. Gelukkig waren wij blijkbaar goed getrained tijdens trekking en hadden vrijwel nergens last van.


De eerste twee dagen zaten we alleen maar in de bus en sliepen we met z'n drieen op een toch wel erg basic kamer zonder eigen badkamer/wc en begonnen we ons ernstig af te vragen aan welke strijkstok de $330 die we voor de toer betaald hadden bleef hangen. De gemeenschappelijke toiletten waren het ergst. Als we het in eerdere verhaaltjes hadden over 'het gat in de grond', dan was dat nog een luxe toilet! Dat betrof namelijk een sanitair meubelstuk dat wordt ingebouwd en wat wordt aangesloten op het riool. Hier in Tibet hebben ze het echte gat in de grond, met een hoop (in de dubbele betekenis van het woord!!!) stront eronder! We zijn er vrij zeker van dat de term 'pile of shit' in China is uitgevonden. Jullie zijn gewaarschuwd voor de foto!


Maar de derde dag kregen we gelukkig meer waar voor ons geld. Na een korte busrit kwamen we aan Shigatse voor de eerste echte sightseeing actie! Na de tassen op de hotelkamer gedropt te hebben, woh wat een luxe kamer!!!, zijn we het stadje gaan verkennen. En hebben wij óns laten verkennen... er was een man die onze armen wilde zien. Hij pakte ze vast, wreef er over heen en kneep er in. Het grappigste vond hij de haartjes op onze armen... Hij moest zo lachen! Het was een beetje gek, maar ook wel schattig. Zo'n grote man, die we echt niet konden verstaan terwijl hij druk praatte en maar zat te lachen en over onze armen wreef, haha!


We hebben inmiddels ook wel het idee echt in een ander land te zijn. Engels spreken doen ze hier niet meer en eten in een restaurant begint meestal met een bezoekje aan de (huis)keuken om aan te wijzen wat we willen eten (meestal hebben ze alleen noodlesoep hihi, dus echt kiezen is het niet). Als er een menukaart is, doen we iene miene mutte en hopen we op het beste. Tot nu toe gaat dat goed en hebben we nog geen gefrituurde kippeklauwen gekregen, die we vaak in de etalage zien liggen, brrr! Verder is het hier veel relaxter dan in de andere landen waar we geweest zijn. Misschien komt het omdat het hier gewoon veel rustiger is, zo veel minder mensen (de duizenden vakantievierende Chinezen even niet meegeteld dan). Wel even lekker. En géén getoeter! Jongens, wat een rust als je over straat loopt. Zó fijn!! Tibet is wel veel moderner dan we hadden verwacht, de stadjes/steden zijn heel groots en wijds opgezet met veel moderne winkels. En internetcafé om U tegen te zeggen. En toch is er wel een echte Tibetaanse sfeer, door alle huizen die zo mooi versierd zijn en de mensen die nog in traditionele kleding lopen. De mensen zijn ook heel vriendelijk en glimlachen steeds heel lief en de kinderen hebben allemaal van die schattige roze wangetjes.


Uiteraard was de tour inclusief een aantal bezoekjes aan Tibische kloosters. Tashilhunpo monastery in Shigatse was de eerste: een gigantisch complex van tempels en woningen voor de monniken. Ooit woonden er 4000 monniken, nu nog maar 800. Ook hebben ze de grootste goudvergulde koperen boeddha ter wereld. En hij was écht héél groot. Erg indrukwekkend! Alle kloosters zijn helemaal gemaakt met natuurlijke materialen. De vloeren lijken gegoten, maar zijn gemaakt van 'arka' aarde, die met een steen op een stok wordt platgestampt, terwijl er een werkverzachtend liedje gezongen wordt. De verf voor de erg mooie en gedetaileerde muurschilderingen wordt gemaakt van gemalen mineralen, koraal etc. En er wordt beweerd dat die kleuren nooit vergaan.


Tweede klooster op de lijst was Pelkhor Chöde monastery. Waar de grootste stupa van Tibet staat. Hij telt maar liefst 108 kapelletjes en nog meer beelden van Boeddha en diverse goden (10.000 images)... en ja, we zijn in alle 108 kappeltjes geweest :-)


Laatste was de Sera monastery in Lhasa, waar ze, ik citeer de gids, 'metaphysical psychological tantric buddhism' beoefenen. Wat inhoudt dat monniken op de grond zitten en andere monniken heel hard voor hun hoofd met hun handen klappen... om zo hun zonden weg te klappen of ze te straffen voor hun zonden of zoiets??? Beetje vaag, maar zag er erg grappig uit. Ook hadden ze mooie mandala's van gekleurd zand, waar 7 monniken ongeveer een week mee bezig zijn, om het vervolgens weer weg te vegen... ze houden zichzelf zo lekker bezig. Gelukkig staan er voor ons toeristen een paar in de vitrine ;-)


Op weg naar Lhasa kwamen we nog langs een aantal gigantische meren en een erg mooie gletsjer. In Lhasa zelf hebben we nog twee tempels bezocht, die beelden bevatten die door de Boeddha zelf gezegend schijnen te zijn (in India menen wij nog gehoord te hebben dat de eerste Boeddha beelden jaren nadat Boeddha gestorven was pas verschenen, maar oke). Deze tempels zijn dan ook de meest heilige in Lhasa en elke dag loopt echt een gigantische menigte klokwaarts rond te tempel, gewapend met gebedsrollen en kralenkettingen. Bij de tempel ingang zijn hordes mensen zich aan het opdrukken... of eigenlijk doen ze boete voor hun zonden, waarbij ze geheel op de grond gaan liggen, weer opstaan, weer op de grond gaan liggen, etc... zo'n 1000x. Ook zijn er mensen die het hele rondje om de tempel zo doen. Het plein voor de tempels staat helemaal blauw van de rook van de enorme wierook branders, hier worden zo ongeveer gehele dennebomen ingegooid. In de tempels staan bij alle altaren boterlampen en kommen water die elke dag bijgevuld moeten worden, zodat je in een volgend leven licht en water hebt. Het is echt heel indrukwekkend hoe intens de Tibetanen bezig zijn met het boeddhist zijn; trouw en geheel in trans hun rondjes om de tempels lopen, altijd hun gebedsrol en kralenketing bij zich lijken te hebben en continu bezig zijn met het volgende leven. Het kan haast niet anders dan dat ze er een dagtaak aan hebben.... Dat verklaart misschien wel weer het aantal bedelaars dat op de stoeprand zit...

Het hoogtepunt van Lhasa, naast ons luxe maar toch geheel in Tibetaanse stijl hotel ;-), is Potala Palace, het winter paleis van de Dalai Lama. Een gigantisch paleis van 113m hoog wat tegen een berg gebouwd is. Helaas moesten we er in sneltrein vaart doorheen, elke groep kreeg maar een uurtje de tijd. Er liggen hier verschillende Dalai Lama's in grafstoepa's van goud en zilver. De Dalai Lama's worden gecremeerd en de as wordt gemengd met klei om er een boeddha beeldje van te maken, welke in de stoepa wordt geplaatst. Gewone mensen worden een stuk minder romatisch begraven; al klinkt een 'sky burial' best als heel wat. Maar het komt er op neer dat het lichaam in stukken wordt gesneden en vervolgens wordt gevoerd aan de gieren... Want zodoende heeft het lichaam weer een functie als voedsel voor de dieren. Wat een 'water burial' inhoudt kun je inmiddels wel raden.

Na 2 dagen sightseeing in Lhasa was het einde van de tour aangebroken en waren we tegen alle verwachting in zelf in het bezit van ons treinticket. De gids moest die regelen, maar toen wij er om begonnen te vragen bleek hij van niets te weten... Na veel 'gezeur' om onze tickets en belletjes naar de touroperator kwamen dan op het nippertje toch nog onze tickets. En de kaartjes waren nog voor de afgesproken datum ook. Een paar mensen uit de groep hadden minder geluk en moesten nog een dag wachten.


Aangezien er op het treinstation ook weer een tascontrole was moesten we zeker 40 minuten van te voren aanwezig zijn, dus weer op tijd ons bed uit. Al voor het treinstation was de controle post, maar gelukkig was het een rontgencontrole en werden we niet uit de rij geplukt om onze tassen onderste boven te keren, dus dat was met een minuutje gepiept. Eenmaal op het station werden we door de mevrouw die onze kaartjes controleerde teruggestuurd... naar een meneer die net zo weinig (lees: geen) engels sprak. Maar hij wist ons duidelijk te maken dat we hem moesten volgen. Dus wij op een drafje er achter aan, want hij had onze kaartjes. In de ticketoffice werden we, al voordringend op de rijen wachtende Chinezen, sorry!, naar steeds verschillende balies gebracht. Overal stond in het chinees en engels (gelukkig) aangegeven dat we, voordat we naar de trein mochten, eerst onze gezondheidsverklaring (ivm de hoogte) moesten laten controleren. Ah ha, dus dat was het probleem, dat hadden we inderdaad niet gedaan... Maar het bleek dat dat toch niet de reden was... helaas! Want toen er eenmaal een engels sprekende mevrouw gevonden was, werd ons duidelijk dat onze trein gecanceled was... neee!


En het lukte niet meer om het ticket om te boeken naar een andere trein vandaag, allemaal vol, ook de hard en soft sleepers. Tja, als je toch je ticket om moet boeken, dan maar proberen een zo goed mogelijk ticket te regelen. En om de prijs hoef je dat hier niet te laten. Wij hebben $120 voor ons ticket moeten betalen, terwijl op het kaartje een prijs van 296 yuan gedrukt staat (= nog geen €34 …). Maar goed, er waren dus geen sleepers beschikbaar en uiteindelijk hadden we een nieuw kaartje voor een hard seat en een extra dagje Lhasa. Zonder gids :D


De tour was zeker geslaagd en de groep was gezellig, maar het was wel ff wennen om met zo'n grote groep te zijn en braaf op aanwijzing van een gids te gaan eten of iets te gaan bekijken. Zeker als je al maanden lekker zelf bepaalt wanneer je waar zin in hebt... En dat laatste bevalt ons toch beter. Het was dan ook best fijn om vandaag lekker met ons tweetjes te zijn. We hebben lekker rond gestruind en nog een keertje Potala Palace bewonderd vanuit het heerlijke park wat er omheen is aangelegd. Het is echt een indrukwekkend bouwwerk!


Inmiddels heeft de stralend blauwe lucht plaats moeten maken voor de grijszwarte wolken en de donder en hebben we ons teruggetrokken en getrakteerd op een lekker etentje. En dan doen we morgenochtend poging nummer 2 om mainland China te bereiken... Duimen jullie voor ons?!!!

Ons 3 landen gevoel in Nepal

Na onze trekking werd het dus tijd om het 'echte' nepal-gevoel te gaan ontdekken in de rest van Nepal, want wat we tot nu toe hadden gezien in Pokara en Thamel (Kathmandu) was vooral heel westerns en toeristisch. Voor we in Nepal aankwamen waren we in de veronderstelling dat Nepal voornamelijk Boeddhistisch was en dit klopte ook wel met wat we zagen in de Himalaya. Maar verder krijgen we de indruk dat het toch wel voornamelijk Hindoeïstisch is (en behalve het geloof zijn er heel veel invloeden die ons soms deden vermoeden dat we in India waren...) Om toch nog een beetje in de Boeddistische sferen van de trekking te blijven, zijn we eerst een dagje naar Swayambunath gegaan. Een grote stupa op een berg in Kathmandu, die ook wel de 'monkey temple' wordt genoemd. Iets wat we niet 'helemaal' begrepen, aangezien we wel geteld toch zeker één aap hebben gezien... Maar verder is dit wel een typische Nepaleese stupa inclusief veel goud, de 'goedkeurende' ogen van Boeddha en een schitterend uitzicht op de Kathmandu vallei.

Overigens is Boeddha ook heilig voor hindoes omdat hij gezien wordt als een reïncarnatie van Vishnu. Al willen Boeddhistische puristen hier uiteraard niks van weten. Boeddhisme is ontstaan uit het Hindoeïsme als tegen-reactie op het kaste-systeem (net als Jaïnisme en Sikhisme). In het westen kennen we boeddhisme vooral als een goddeloze religie, maar het (Tibetaanse) Boeddhisme in Nepal is een kleurrijke mengelmoes van Boeddhisme en Hindoeïsme en worden, naast Boeddha, ook de nodige meerarmige goden aanbeden. Zo, maar nu weer genoeg geschiedenis les...

Terug naar het Nepal-gevoel: in Kathmandu zijn er, naast de tempels op Durbar Square, echt heel veel tempeltjes. Op elke staathoek vindt je er zo ongeveer één. Als het er niet meerdere zijn. Sommige zijn helemaal verstopt in de binnenpleintjes tussen de huizen en begroeit met gras en mos. Die pleintjes zijn erg pittoresk en de locals hangen daar ook lekker rond met elkaar en een bakje chiya (thee). Dat is wel echt een beeld wat we van Nepal hadden, gelukkig toch nog een beetje Nepal gevoel ;-). Ook zijn we naar Durbar Square in Patan geweest. Net als in Kathmandu staan er allemaal Newari-tempels. De goden die hier aanbeden worden is ook weer een vrolijke mix tussen Hindoe en Newari goden. Een mooie is Bhimsen, de god van de handel... hoezo, wíj zijn kapitalistisch?

Na een aantal dagen relaxen in Kathmandu werd het langzaam aan wel tijd om het backpack-ritme weer eens op te pakken en om maar voorzichtig te starten gingen we een dagje naar Paunati, een dorpje in Newari-stijl. Je kon er ook nog een 'stukje' (lees: 3 uur enkele reis) hiken naar een Himalaya viewpoint, dus dat zouden we ook nog 'even' doen. Na de Newari-tempels van Panauti bekeken te hebben, begon onze wandeltocht en het blijkt dat we dat wandelen ook kunnen overdrijven; jeetje wat viel die dag ons zwaar! Blijkbaar was de 18 dagen trekking toch zo vermoeiend dat we nog steeds niet genoeg waren uitgerust. Er leek geen einde te komen aan het gewandel. Tussenstoepa Mano Boeddha hebben we maar met moeite gered. Weet-je: Mano Boeddha is een stoepa voor een monnik die, toen hij een hongerige tijgerin zag, die geen melk meer kon geven aan haar kleintjes, een stuk van zijn eigen been afsneed en aan de tijgerin gaf... Hierdoor werd hij verheven tot Boeddha. Helaas kwamen wij geen monnik tegen met een boel red bull toen wij uitgeput naar de viewpoint strompelden ;-) Ons eindpunt werd de eerste de beste weg waar we de bus terug naar Kathmandu konden pakken!

De busrit was een typische busrit voor hier. Het was weer eens stuiterdruk in de bus; wij zullen in Nederland nooit meer klagen dat het druk is in het openbaar vervoer! Als je denkt dat er nu toch echt niemand meer bij in kan, dan weten zij nog wel zo te duwen en te schuiven dat er 'met gemak' nog meer mensen mee kunnen. En als het in de bus niet meer past, ook niet lekker knus met z'n drieën op een tweepersoonsbankje half bij elkaar op schoot of op elkaar gedrukt in het gangpad, dan past het bovenop het dak nog wel! Met wat duwen en schuiven kwam Elske op de achterbank van de bus terecht (iets wat je eigenlijk niet wilt, gezien het enorme gestuiter achter in de bus) tussen een wat forse meneer en een nog forsere vrouw die haar kind de borst aan het geven was. Die vrouw en het kind hingen gezellig half over haar heen. Gelukkig ging de man op een gegeven moment weg, maar de man die er voor terug kwam was niet veel beter. Ze hebben hier namelijk niet zo'n moeite met lichamelijk contact in het openbaar vervoer en je moet dan ook niet raar opkijken als iemand half op je zit of gewoon zijn hand op je been legt. Maar ja, dat zijn wij natuurlijk niet gewend en dan zit je toch wat ongemakkelijk. Van een persoonlijke bel en van 1 meter afstand houden, zoals heel leuk in Elske's talentenanalyse staat, hebben ze hier nog nooit gehoord in ieder geval, haha! Laatst ging er ook een vrouw bij Rogier op zijn been zitten in de bus. We twijfelen of ze het helemaal doorhad, of dat ze misschien dacht dat het de armleuning was, maar toch was het apart en ook wel weer heel komisch!

En dan heb je nog de 'busboy'. Dat is een soort conducteur, die uit de bus hangt en steeds roept waar de bus naar toe gaat. Wij kunnen er meestal geen kaas van maken, net als zij dat niet kunnen van de door ons uitgesproken plaatsnamen als we op zoek zijn naar de juiste bus. Blijkbaar leggen we de klemtoon af en toe niet goed. Terwijl wij in gesprekken geen verschil horen tussen hun uitspraak en de onze :S Maar goed, die busboy, die overigens erg jong is (soms zijn ze niet ouder dan 14 volgens ons), die hangt dus de hele weg uit de bus, uit de open deur, te schreeuwen en te fluiten en te kloppen op de bus. Zo geeft hij signalen aan de busschauffeur (die ook erg jong is, maar wel iets ouder dan 14 gelukkig) over of hij al weer gas kan geven of moet stoppen etc. Ook als je langs een afgrond rijdt, wordt er door klopsignalen aangegeven of het allemaal nog goed gaat. Een soort geheimtaal, want er is echt geen touw aan vast te knopen of enige logica in te ontdekken. Zouden ze daar ook een school voor hebben?? Tussendoor klauteren ze ook nog op het dak om bagage vast te binden, en ook dat gebeurt onder het rijden, wat best hard gaat. Bussen worden hier gereden alsof het 4WD-jeeps zijn! De wegen zijn niet zo goed als in Nederland, hadden we al eens opgemerkt, en ze gaan echt met een rotgang over half verharde wegen en door kuilen etc. Verder wordt er door de busboy naar andere weggebruikers geschreeuwd en gefloten dat ze ruim baan voor de bus moeten maken. Om van het getoeter van de chauffeur zelf nog maar niet te spreken! Vooral riksjawallahs moeten het ontgelden en krijgen vaak een golf aan geschreeuw over hun heen. Gewoon wachten met inhalen tot het kan is geen optie. Iedereen zal en moet wijken voor de bus. En zo denkt elke bus erover.... Zelfs ambulances met sirene laten ze er niet door, ook die moeten maar wachten tot de busschauffeur het er naar heeft en hij geen last meer heeft van de ambulance. Ambulance chauffeur moet toch wel het meest frusterende beroep zijn hier...

Hoewel de daghike in Panauti vrij zwaar viel, waren we toch zat van het luxe lui lekkerland in Thamel; van het uitslapen en de luxe restaurants werden zo sloom. Het werd tijd om echt verderop in Nepal te gaan kijken. De eerste stop was Janekpur. En daar was het weer smoorheet! Net als in Kolkata en Bangladesh, dat het zweet gewoon opborrelt en in straaltjes van je lichaam loopt, ook als je niets doet. Dat was wel weer even wennen!

En dat was niet de enige overeenkomst met India... zo waren er weer legio koeien op de weg (helaas ook weg op het menu... want bij de Hindu's zijn ze weer heilig), is de saree weer de algemene klederdracht voor de vrouw, zijn er overal hetzelfde soort winkeltjes (die net lijken op rommelmarkt kraampjes, met van elk artikel een paar dozen die al jaren op zolder lijken te hebben gestaan), maar stond er gelukkig ook Indiaase curry en naan (zo lekker!) op het menu!! De Nepali keuken is niet onze favouriet zullen we maar zeggen. Zo goed de dal bhat op onze eerste trekking smaakte, zo zat waren we er van na de tweede trekking. En naast dal bhat is er eigenlijk niet echt een nepalese keuken. Wel heb je Newari (dat waren de oorspronkelijke bewoners van de Kathmandu vallei) restaurants, maar inmiddels kunnen we zeggen dat dat ook 'niet echt geweldig' is... Ook vanuit de bus zijn de straatbeelden redelijk hetzelfde, zo zie je dat elke vierkante meter wordt benut om bijvoorbeeld mais te verbouwen, zoals in de voortuin of in de berm langs de kant van de weg. Ook wordt de berm, en als die niet breed genoeg is de weg, gebruikt om de rijst of gras te drogen. Met als gevolg dat de bussen er gewoon overheen rijden... De schone was wordt ook overal te drogen gehangen; over tuinhekjes, prikkeldraad, struiken of gewoon in het gras. Hoewel we ons er niet meer zo over verbazen als de eerste weken, de neiging om óveral foto's van te maken zwakt wat af, het blijft opvallen hoe anders de dingen hier gaan. Hoewel dus vooral ons India-gevoel terugkwam, zijn er naast veel overeenkomsten tussen Nepal en India ook wel verschillen; zo verschilt de tijdzone in Nepal een kwartier met India; om duidelijk te maken dat ze nu toch echt niet meer bij India horen en is cricket niet langer volksport nummer 1, maar juist voetbal is hier heel populair! En dat kwam dus even heel goed uit!!

We kijken thuis eigenlijk nooit voetbal en hadden van het WK ook nog niets gezien, ondanks dat je in Thamel (toeristenwijk van Kathmandu) in elke kroeg/restaurant live voetbal kon kijken. Wel kregen we daar per ongeluk te horen dat Nederland het zo gek nog niet deed, en de wedstrijd tegen Slowakije, dat net Italië had weggespeeld, hebben we toen toch maar even gekeken. En we wonnen! Woh! Toch maar eens de standen in de gaten houden, want misschien moeten we wel ergens de finale gaan kijken! Dat leek ons wel erg grappig, maar tegelijkertijd niet echt realistich.

Terug naar Janekpur; de hotelkamer hier was alles behalve geweldig, maar we hadden wel een tv (met heel veel ruis) op de kamer, en tijdens het zappen kwamen we tussen de spikkels toevallig het Nederlands elftal tegen, 1-1 tegen Brazilië... We waren nog net op tijd om die overwinning te zien. Geweldig!!

Verder heeft Janekpur, naast veel ruis, ook véél stof, vooral door de overvloed aan zandwegen (of is het het gebrek aan verharde wegen...). Maar het stadje is vooral bekend vanwege zijn rol in de Ramayana, het heilig hindoeboek, en staat dan ook vol met tempels die gewijd zijn aan Rama en Sita. Veel tempels hier zijn geheel in 'Disney' stijl, oftewel met heel veel (teveel?!) kleurtjes en met levensgrote 'nogal' kitscherige figuren... met heel veel hoofden!? Niet echt onze smaak, maar was een vrolijke afwisseling op de pagode stijl tempels in de rest van Nepal. Verder wordt in Janekpur the monkey god, Hanuman, aanbeden in de vorm van een levende Makaak. Nou ja, levend... de aap, die in een veel te klein hokje zit, wordt helemaal volgestopt met bananen en snoep die bedevaarders voor hem meebrengen, en was inmiddels, na het bereiken van een mega gewicht van 55 kg, overleden. Zijn voorganger had zelfs een gewicht van 60kg bereikt, wist de priester van de tempel vol trots te vertellen... gelukkig had de laatste aap geen zoon meer, waardoor er geen nieuwe aap meer in een veel te klein hokje gestopt werd. Beetje jammer dat er in een andere tempel wel een hele zielige 'monkey god' in een veel te klein hokje zit. We zagen het al eerder; van een levende god zijn, wordt je niet echt bepaald gelukkig...

Vlak buiten Janekpur ligt het dorpje Kuwa, dat is gebouwd in traditionele Mithila stijl met kleihuisjes waarvan de muren kleurvol zijn beschilderd met afbeeldingen van mensen en dieren. Althans die zouden er moeten staan... beetje jammer dat de paar kleihuisjes die er nog stonden, niet meer beschilderd waren. Waarschijnlijk was de verf er afgesleten of -geregend. We hebben al regelmatig gezien dat huizen worden geschilderd met waterverf ;-) Er schijnt wel elk jaar een festival te zijn, waarbij de huizen opnieuw worden beschilderd, maar zover was het blijkbaar nog niet (het is, denken wij, ook wel handig om daar mee te wachten tot na de monsoon... dus helemaal ongelijk geven kunnen we ze ook niet). Tegenwoordig verdienen veel van de dorpsvrouwen een zakcentje bij met het verkopen van mithila schilderingen op canvas. Misschien dat ze daarom ook niet echt zin meer hebben om hun eigen huis te schilderen ;-) De muren van het 'development center' waar de schilderijen gemaakt worden, was gelukkig wel mooi versiert met 3D klei figuren, zodat we toch nog een beetje een idee kregen van hoe het eruit zou moeten zien. De kleurtjes hebben we er zelf maar bij gedacht ;-)

Om ons geluk met de tijgers nog maar eens te beproeven (poging 4...) zouden we naar Bardia National Park gaan. Maar omdat dat zo uit de route ligt hebben we Bardia geruild voor Chitwan. Daar zijn ook tijgers en dat scheelde toch weer zo'n 10 uur (enkele reis) in de bus! Ons guesthouse had beschilderde kleihuisjes, niet met afbeeldingen van mensen, maar met afdrukken van mensen; het huisje was rondom versierd met de hand- en voetafdrukken van een baby... we zagen zo voor ons hoe de hoteleigenaar daar heeft gestaan met een pot (water)verf en zijn zoontje, haha!! De eigenaar kwam ons trouwens meteen waarschuwen dat er 's avonds een wilde olifant door de tuin loopt en dat we dus wel een beetje (?!) moesten oppassen... mwahaha! Echt enorme pootafdrukken stonden er in de tuin en in het rijst/maisveld ernaast. Blijkt dat het mannetje elke avond op bezoek gaat bij de tamme vrouwtjes...die aan de ketting staan. Zo gaan zelfs perverse olifanten-fantasieën in vervulling ;-) Best grappig, totdat we na de overwinning op Uruguay (whoeh!!) thuiskomen en blijkt dat hij zowel de eletriciteitskabel als de waterleiding kapot heeft gestampt... geen licht is nog te doen (dat zijn we inmiddels wel gewend met de powercuts), maar geen water is zó lastig!! Helaas hebben we de wilde olifant zelf nooit gezien, alleen gehoord.

Kon je in India alleen heel laf op een olifant neushoorns, olifanten, en tijgers spotten, in Nepal kun je dat gewoon met de benenwagen. Twee gidsen met bamboestokken mee; niks aan het handje. We hadden gekozen voor een uurtje kanoën en daarna te voet de jungle in. Voor we de kano in stapten zagen we al een groep gevlekte herten en een krokodil in het water liggen. De rand van onze uitgeholde boom stak toch zeker wel 10 cm boven het water uit, dus dat maakte het gelijk spannend! En onderweg zagen we nog een gaviaal op de oever liggen, dus dat begon goed.

Voordat we gingen wandelen, waren we ingelicht over welke dieren er allemaal waren en vooral ook wat je moest doen als we in een 'vervelende' (lees: gevaarlijke of zelfs levensbedreigende) situatie kwamen met bijvoorbeeld de neuwshoorn, wilde olifant, beer of tijger. Erg gezellig allemaal en Elske had na dat verhaaltje toch wel wat twijfels over het hele avontuur, maar aangezien de kano al weer weg was, was er geen andere weg terug dan lopend door de jungle. Zwemmen door de rivier waar de krokodillen zaten, die we net vanuit de kano hadden bewonderd, leek ook niet echt een optie... Dus toch maar de jungle in... gelijk in het begin zagen we twee neuwshoorns die lekker aan het badderen waren, totdat wij blijkbaar te veel lawaai maakten en ze er echt in een heel rap tempo vandoor gingen. Wat zijn die beesten groot! En zó snel, dat hadden we niet verwacht. Uiteraard ga je ze dan achterna! Tot we geheel onverwachts, ook voor onze gids, op een paar meter afstand van een neushoorn stonden. Je verbaast je hoe goed zo'n groot (en hij was héél groot) beest gecamufleerd is in het bos. Elske omschreef het als: ik zag een hele grote grijze vlek = wegwezen. Precies wat onze gids dacht en we moesten heel snel, maar vooral voorzichtig en stilletjes, weer achteruit. Oog in oog met de neushoorn, en met nog twee andere neuwshoorns vlak bij, waren we soort van omsingeld. Ondertussen was Elske druk aan het uitkijken naar bomen waar ze in kon klimmen, want dat is wat je het beste kan doen als een neushoorn met 40 km per uur achter je aan komt stampen. Gelukkig was boomklimmen niet nodig en konden we na een tijdje muisstil wachten weer verder wandelen. Uiteraard ga je hem dan nog een keer zoeken!?!?!?? Totdat één van de gidsen tegen ons zei 'misschien moeten jullie even tegen de andere gids zeggen dat jullie genoeg neushoorns hebben gezien, want naar mij luistert hij niet...' ah ha... Hoewel we steeds op neushoorn jacht bleven gaan, waren de gidsen zelf ook wel een beetje geschrokken van de neuwshoorn die ineens voor ons stond, zeiden ze achteraf...

De tocht ging verder door de jungle en door het zogenaamde 'olifanten' gras. Eerder 'geen-olifanten' gras, want met een lengte tot 8m (nee, geen tikfout) kan zelfs een grote olifant hier gemakkelijk verstoppertje spelen. Het is ook wel apart om daar door heen te lopen, wetende dat je geen idee hebt van wat er naast je kan lopen... Maar zo veel dieren we gelijk in het begin zagen, zo weinig zagen we er de rest van de dag. Wel hebben we nog een grote schildpad zien zwemmen, een wild varken zien rennen, 'langur monkeys' gezien en een 'tamme' olifant zien lopen. Maar waar het hele bezoek aan Chitwan om begonnen was, de tijgers, die hebben we weer niet gezien... Volgens onze gidsen hadden we naar Bardia moeten gaan; daar heb je een goede kans om tijgers te zien... Tja, laat nou maar zitten!

De volgende dag heeft Rogier nog met een tamme olifant in het water gespeeld. We dachten dat je de olifanten ging wassen en schrobben, maar dat was niet het geval. Je mocht op zijn hoofd gaan staan en dan in het water duiken... echt alleen voor de toeristen... beetje jammer en ook wat zielig voor de olifant vonden wij! Verder zijn we naar het olifanten broedcentrum geweest, waar in 2008 een tweeling was geboren. Na de flinke wandeling naar het broedcentrum hebben we een pataje orlog gegeten! Jawel, er stond gewoon patatje oorlog op het menu, weliswaar verkeerd geschreven. Maar het was wel komisch en lekker!

Inmiddels zaten zelfs wij in de voetbalsfeer en hebben we ook de wedstrijd Duitsland-Spanje gekeken die bij ons pas om 12.15 's nachts werd uitgezonden; we waren toch wel erg benieuwd naar wie onze tegenstander zou worden. Dus terug naar het grote scherm in het restaurant om samen met de locals voetbal te kijken. Voor de wedstrijd begon werden de videoclips van de Vengaboys gedraaid! Het is dat ze uit Nederland komen, maar jeetje, dat we dat ooit leuk gevonden hebben. Hier in Azië vinden ze het nog steeds te gek, en hebben we al eens eerder mee kunnen zingen in de vengabus ;-) Tegen de tijd dat de voetbal begon zat het helemaal vol met locals en een paar toeristen. De locals gingen helemaal los! We wisten niet wat er gebeurde en vonden het wel grappig dat ze zo fanatiek zaten te juichen etc. We weten nog steeds niet waarom, maar ze waren allemaal voor Spanje, en bloedje fanatiek! Het was net of Nepal zelf aan het spelen was. Dat belooft nog wat voor de finale!

Maar voordat we de finale moesten spelen, gingen wij eerst naar Lumbini, de geboorteplaats van Boeddha. We hebben op weg hier naar toe voor het eerst boven op de bus gezeten! Eindelijk! Dat moet je hier toch een keer gedaan hebben :D Daar kwamen we Azusa en Koichi tegen, een stel Japanners die 2 jaar (woh!!) aan het reizen zijn als honeymoon. Het was een prima stukje voor een rooftop-rit en gelukkig reden we niet te hard, zodat we met wat acceptabel hobbelen heerlijk in de wind zaten, konden genieten van het uitzicht en gezellig hebben gebabbeld over onze reiservaringen. Het was wel stikheet als de bus stilstond, want het zonnetje scheen goed die dag! In een uurtje tijd, waren we weer leuk rood gekleurd :S Je zou denken dat ons tere huidje na ruim vier maanden zon wel iets gewend is... Onderweg kwamen we langs allemaal dorpjes van kleihuisjes, rijstvelden en heel veel mangobomen. En wat zijn die mango's lekker! Zulke heb je in Nederland niet! En zeker niet zo goedkoop, laatst hadden we twee kilo voor 50 roepie, is ongeveer 55 eurocent. Haha!! Al was dat wel een echt koopje, meestal kost het zo'n 50 roepie per kilo. Bijna elke dag halen we een kilo :D bij de kraampjes die overal te vinden zijn met bergen mango's en ander lekker fruit.

In Lumbini zijn door verschillende landen tempels gebouwd rondom de geboorteplek van Boeddha en we hadden van Gavier (een jongen die we in Bangladesh hadden ontmoet en in Nepal tijdens de trekking weer tegen kwamen, zo grappig!) gehoord dat je in de Koreaanse tempel kon blijven slapen. Dat hebben we natuurlijk gedaan! Mannen en vrouwen mochten geen slaapzaal delen en dat was toch wel een beetje gek; voor het eerst in ruim vier maanden gingen we apart iets doen. Ware het niet dat Azusa kwam vragen of het goed was dat we toch stiekem van slaapzaal zouden ruilen. Wat een boefjes... Het is maar goed dat de meneer die alles regelde geen monnik was, want volgens mij had hij ons wel door. Ook konden we mee eten in het klooster, maar dat betekende wel vroeg opstaan! Al voor zessen ging de bel voor het ontbijt; rijst en roti met curry's, koreaanse soep, thee en mango's! Nadat de monniken hadden opgeschept, was het onze beurt. En zo ging het ook met de lunch en avondeten. Luxe hoor, nu hoefden we zelfs niet na te denken over wáár we gingen eten ;-) En zolang de voorraad strekte kon je bijvullen. We moesten wel zelf onze bordjes en kopjes afwassen. Maar voor zo'n € 2,50 slapen en 3 x per dag eten, mag je niet klagen natuurlijk. Ook konden we een gebedssessie meemaken, of beter gezegd meedoen, aangezien Azusa gelijk wat matjes voor ons te voorschijn trok. De sessie bestond vooral uit het zingen van mantra's (wij hebben ons maar stil gehouden...) en heel veel zitten, staan, zitten, staan en buigen op commando van één van de monniken met een soort klein trommeltje. Best vermoeiend uiteindelijk of misschien zijn we het gewoon niet gewend. Maar erg leuk om een keer meegemaakt te hebben.

In Lumbini zijn ze bezig met een soort masterplan van een groots park met tempels etc om de geboorteplek te eren. Op de precieze geboorteplek is een (lelijke) tempel gebouwd en binnenin is een zandstenen afbeelding van de geboorte te zien. Daar onder ligt een 'markerstone' (in kogelvrij glas!?) die de exacte geboorteplek aangeeft... Deze plek is heilig en door pelgrims worden hier offers van bloemen, kokosnoot, gekleurd poeder en rijst gebracht. Wat vervolgens doodleuk door de bewaker wordt weggeveegd... soms al voor de mensen die het offer brachten de tempel hadden verlaten, hihi. Het duurt nog wel even voor het hele park af is, aangezien eea door donaties wordt gefinancierd en veel tempels waren daarom nog in aanbouw. De tempels die af waren, waren erg mooi (behalve die ene dan). Leuk om de verschillende stijlen tussen de landen te zien. Ook de Koreaanse tempel was nog niet af, maar hij was wel erg indrukkendwekkend groot! Eigenlijk zouden we over een paar jaar terug moeten gaan om te kijken hoe alle tempels geworden zijn.

Na een paar dagen genieten van de rust, fijne sfeer en goed Koreaans eten, hebben we onze semi-roomies gedag gezegd en gingen we naar Tansen. Daar eenmaal aangekomen konden we het hoogteverschil weer goed merken, het was hier een stuk frisser! Er lagen zelfs weer dikke dekens op de bedden. Niet daar we daar onder geslapen hebben; ze stonken enorm naar oud zweet, bah! Dus dan maar lekker fris (2x) onder ons eigen reislakentje slapen. In Tansen hebben we voor het eerst gegeten in een Newari restaurant, want dat was iets wat je moést doen in Nepal. Zoals hierboven al gezegd, was het niet echt een succes. We hadden de Newari set snacks met eend en buffel besteld. De choyla (gedroogd vlees met gember en chilli) klonk op zich goed, maar het was niet echt geweldig, veel bot en vette stukjes waar je een eeuwigheid op kon blijven kauwen, de gekruide aardappelen in curd (dikke yogurt) waren gewoon niet lekker en de chewra (geplette en gedroogde rijst) was vooral heel droog. Maar goed dat er een redelijke hoeveelheid curry bij zat die wel ok was. Toen we eindelijk ons bord bijna helemaal leeg hadden gekauwd, hebben we nog maar even lekker momo besteld! Typische andere Newari gerechten (die hier niet op de kaart stonden trouwens, anders had Rogier het vast geprobeerd) zijn onder andere jan-la: rauwe steak met de huid er nog aan, ti-syah: gefrituurd ruggemerg en cho-hi: gestoomde bloedpudding... Eet smakelijk!!???

Na een relaxt dagje door Tansen gestruind te hebben en een korte wandeling door de mist en motregen naar de top van Shreenagar Danda (ja, we hadden inderdaad wéér geen uitzicht door de mist... ) moesten we nog wat tijd doden in het hotel tot de finale om middernacht zou beginnen. Spannend! Biertjes en chips waren ingekocht, het scherm op het plein geïnspecteerd en we hadden besloten om daar te gaan kijken, samen met de locals. En toen hoorde ik ineens Azusa ergens verderop! Zij heeft zo'n aanstekelijke lach en grappige (typisch Japanse) manier van praten, dat zij het wel moest zijn. En ja hoor! Aan de overkant zaten ze een biertje en raksi (locale wijn) te drinken. Azusa's lach had nogal een aantrekkingskracht op de locals en in een mum van tijd zat het hele tentje vol en was het erg gezellig. We zouden met z'n allen op het plein naar de finale kijken, en ze zouden allemaal voor Nederland zijn! Helaas hadden Azusa en Koichi iets te veel gedronken en lagen ze te pitten tegen de tijd dat de wedstrijd begon. Dus wij met ons tweetjes naar het plein. Het weer droeg zijn steentje bij aan ons Holland-gevoel want het regende, grrrrrr!, en gewapend met regencaps kwamen we rond 23.30 uur bij het plein aan dat al helemaal vol stond met locals. En het is niet te geloven met welk gejuich we daar werden verwelkomd! WOH, het was alsof wij moesten spelen en al gewonnen hadden, haha! Er werden bankjes voor ons gehaald en we kregen een ereplaats helemaal vooraan. De sfeer zat er goed in en het liedje van Shakira is echt een hit. Iedereen was aan het zingen en het dansen. Echt heel leuk! En toen viel de stroom uit. NEEEEE! Het was nog maar paar minuten voor de wedstrijd begon en iedereen begon keihard te schreeuwen. Het organisatiecommitte had gelukkig voor een generator gezorgd en we waren net op tijd weer in de lucht om het Wilhelmus mee te zingen; dat was lang geleden.

De meeste Nepalezen zijn voor Spanje. We weten niet precies waarom, maar we denken dat het is omdat zij denken dat Nederland in het voordeel is omdat de spelers zo lang zijn... We hebben hier ook al regelmatig de Nepaleze versie van de evolutietheorie moeten horen over waarom Nederlanders (behalve wij dan) zo lang zijn; dat is omdat wij onder zeeniveau leven en om boven het zeeniveau uit te kunnen kijken, zijn wij steeds langer geworden :D
Maar goed, de meesten locals waren dus voor Spanje en wij hoopten extra hard dat onze jongens zouden winnen. Hoe dit verhaaltje verder ging, hoeven we jullie niet te vertellen... Wat ongelooflijk jammer zeg!

De volgende dag zouden we naar Ranigath lopen, maar omdat het inmiddels 4 uur 's nachts was voor we in bed lagen hadden we besloten dat een dagje uit te stellen en lekker uit te slapen. En dan is het wel érg zuur dat je gewekt wordt door de herhaling van die slopende finale-wedstrijd die de buurman in het hotel aan het kijken is... GRRRR! En dan regent het ook nog eens de hele dag. Uit protest hebben we de hele dag in bed gelegen en een boekje gelezen en deels dit verhaaltje (nou ja verhaalTJE) getypt, haha.

Ranigath hebben we uiteindelijk niet meer gezien. De monsoon komt ons nu toch wel met zekere regelmaat (lees: elke dag) pesten en om nou een trekking van zo'n negen uur door de regen en over slipperige paadjes te doen, vonden we niet zo'n aantrekkelijk vooruitzicht. Negen uur wandelen klinkt sowieso nog steeds niet echt aantrekkelijk... Nog maar een keer uitgeslapen dus en op het overdekte dakterras een dagje gezellig gerelaxt met Koichi en Azusa. Zij was jarig en Koichi had stiekem een taart laten bakken. Die hebben we 's avonds als toetje, na de eindelijk weer eens erg smakelijke dal bhat, samen met de locals opgegeten. De taart was knalroze en felgroen en zo zoet als hij eruit zag smaakte hij ook, beetje naar schuimpjes. En natuurlijk moest er raksi (geschonken uit een jerrycan, kost dan ook maar 10 roepie per beker) gedronken worden! De locals bleven Koichi en Rogier maar bijvullen... haha. De dames waren keurig aan de thee...

Na de volgende dag om 5.15 uur, pfff, uitgezwaaid te zijn door Koichi en Azusa hebben wij de bus naar Bandipur gepakt. Een heel pittoresk en sfeervol dorpje waar je leuk kan wandelen. Op anderhalf uur lopen (ze hadden er niet bij verteld dat het 1,5 uur naar beneden glibberen is, en vervolgens dus weer omhoog) ligt de grootste grot van Nepal. Tijdens de monsoon loopt een gedeelte helemaal onder water, maar nu was de grot nog redelijk goed begaanbaar. De grot heeft een paar mooie stalagmieten/tieten formaties waar je, met heel veel verbeelding, tijgers, bloemkolen en olifanten in kon zien. Voor hindoes is de grot heilig en zo wordt de olifantformatie als een afbeelding van Ganesh gezien en stalagmieten als een 'lingam' symbool voor Shiva (of letterlijk de penis van Shiva, de schepper) die helemaal glad gesleten zijn, omdat iedereen er een rondje omheen loopt en er met zijn hand over wrijft. De weg omhoog ging gelukkig een stuk voorspoediger en zonder te testen hoe hard de stenen zijn als je er op valt. Dat hadden we immers op de weg naar beneden al veel te vaak gedaan... auw!

Bandipur was zo relaxt dat we bijna besloten hadden een dagje langer te blijven, was het niet dat we ons enigszins verplicht voelden om ook even in Gorkha te gaan kijken. De Gorkha's hebben een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis van Nepal en vooral de kenmerkende messen, Khurkuri, kun je hier overal kopen in (toeristen)winkeltjes. De Gorkha's zitten overigens ook in India (o.a. Darjeeling) waar ze graag hun eigen staat Gorkhaland willen claimen. Gorkha is, zoals de naam al doet vermoeden, een soort van hoofdstad van de Gorkha's, waar ook het paleis van de Gorkha's staat. Na 1500 traptreden omhoog kom je bij een fort uit waarbinnen het paleis en een aantal tempels staan, allen uitgevoerd in de inmiddels wel bekende Newari-stijl. Het schijnt weer allemaal reuze gevaarlijk te zijn, want het leger is volop aanwezig om Alles te controleren. Het piste van de regen, maar we werden bevolen om onze paraplu in te klappen. Toen we vroegen waarom dat moest, werd meneer soldaat wat geïrriteerd... hihi. Waarom er weer zoveel legerpersoneel was weten we niet; meer dan een chagrijnige priester die naar ons schreeuwde, en later toch we weer lachend op de foto wilde, hebben we geen gevaar bespeurd. Oh ja, en wel heel gevaarlijk... zaten we te eten in een lokaal eettentje, komt het huilende zoontje van de eigenaar aanlopen, trekt zijn broek naar beneden en piest zo het restaurant in... huh... Behalve dat hij een tik van zijn moeder kreeg, gebeurde er niets. Er werd ook niks opgeruimd... Hoe bedoel je hygiënisch... haha. Het eten smaakte prima, maar Rogier kreeg toch wel een extra gratis voedselvergiftiging kado. Wie weet waar het jochie nog meer heeft gepiest...??? Iehhh!

Gelukkig had Rogier de busreis naar Kathmandu nog redelijk overleeft en begon de ellende pas echt goed toen we weer terug in ons vertrouwde hotelletje waren, met comfortabel een eigen wc. Na een dagje was Rogier weer redelijk hersteld, zodat we onze laatste bezienswaardigheid in Nepal konden gaan bekijken: Bodhnath, waar de mooiste en en één van de grootste stoepa's van Nepal staat. En mooi, groot, met goud versierd, behangen met vlaggetjes en compleet met 'goedkeurende' ogen van Boeddha was ie! Elke dag loopt hier een grote massa bedevaarders klokwaarts rond de stupa. Een groot deel zijn Tibetaanse vluchtelingen, waardoor we al goed in sfeer kwamen voor ons reisje naar Tibet!

Na wat rondvragen bleek dat je met geen mogelijkheid zelf door Tibet mag reizen. Je moet áltijd een gids bij je hebben, bah! Maar omdat we erg graag met de hoogste trein ter wereld China in wilden reizen en Tibet ook willen zien, hebben we besloten om dan toch maar mee te doen met de (veel te dure!!) georganiseerde 'opa en oma' rondreis van 8 dagen. Voor we door Nepal gingen rondtrekken, hebben we ons paspoort afgegeven bij de touroperator, zodat ons visum in orde gemaakt kon worden. Het is nu maandagavond 20 uur en we hebben net ons visum en paspoort gekregen... morgenochtend om 5.30 vertrekt de bus...phew net op tijd! Zover wij kunnen zien is alles gelukt; een groepsvisum voor ons groepje van twee voor 30 dagen, zodat we na Lhasa door kunnen reizen naar China. De gids zal ons de 8e dag op de trein moeten zetten en vanaf daar zijn we dan weer 'vrij', jeuh! In Xi'an ofzo hopen we een verlenging van het visum te regelen; 22 dagen voor China is natuurlijk véél te kort. Maar eerst gaan we ons laten rondrijden door Tibet!

Nederland is nu ook in vakantiesfeer en wij wensen iedereen veel plezier. Geniet!

Nepali flat? 'Little' bit up, 'little' bit down!

Op naar Nepal dus... een jeep naar Siliguri en een bus naar de grens. De grens konden we alleen lopend bereiken omdat er een totale verkeersopstopping was. Dat beloofde chaos bij de grenspost... Maar er was niets, niemand die op ons af kwam stormen om ons de weg te wijzen etc, dus heerlijk rustig liepen we richting het immigratiekantoor van India. Net toen we hardop zeiden dat het zo lekker relaxt was, komt er een legerofficier uit het kantoor lopen met een héél groot geweer... Ok, tot zover dan het relaxte gedeelte. Maar hij groette ons vriendelijk 'Namaste' en ging lekker lui op een stoeltje in de schaduw zitten, pfff! Formuliertjes ingevuld en op naar Nepal. Daar aangekomen moesten we weer formuliertjes invullen en bleek helaas dat we geen visum voor twee maanden konden krijgen. Ëén of drie maanden... nou, ok, dan doen we drie maanden. Zo moeilijk ze in India doen over een visum en multiple entry, zo makkelijk gaat het in Nepal. Gewoon aan de grens, en in 5 minuten was alles geregeld! Kost wel een paar centen... (lees $100 pp)


En toen een bus naar Janakpur. Dat was tenminste het plan. Helaas was de laatste dag-bus net vertrokken en konden we alleen de nachtbus nemen. Dat wilden we eigenlijk vermijden gezien onze ervaring in Bangladesh en hadden juist daarom Janakpur als tussenstop gekozen. Dus change of plans: als een nachtbus dan toch de enige optie is, dan maar gelijk doorstomen naar Pokhara. Een ritje van ruim 17 uur over wegen die onwijs hObBeLeN... Slapen was niet te doen helaas. En ze hadden nog zo beloofd dat de wegen beter waren, veel beter zelfs dan in India.... De chauffeur reed gelukkig wel normaal en het was mooi rustig op de weg. Dat het een lange rit ws kwam ook door alle stops onderweg. Er moest regelmatig een vracht bananen op het dak geladen worden, een hapje worden gegeten, cha worden gedronken etc. Tijdens de pitstop om 6 uur 's ochtends waren ze midden op straat een koe aan het slachten, kopje thee er bij, gewoonste zaak van de wereld hier. In totaal zijn we 29 uur onderweg geweest vanaf Darjeeling... Maar ach, toen we eenmaal weer een prima hotelkamertje voor lekker weinig hadden en lekker waren gedoucht was de rit weer snel vergeten. Weer klaar om een nieuw stadje te verkennen!


Pokhara ligt aan de voet van de Annapurna Himalaya. De Annapurna Circuit trek wordt gezien als (één van) de mooiste trek van Nepal, dus hadden we besloten daar maar eens te gaan wandelen. De circuit trek duurt wel gelijk 3 weken en om eerst een beetje in de trekking mood te komen besloten om eerst naar Annapurna Base Camp (ABC) te lopen. Dat is een trek van zo'n 8 dagen en leek ons iets schappelijker om mee te beginnen. En als ons dat beviel zouden we de Circuit trek er achteraan te doen. Uiteraard moesten er nog de nodige supplies en vergunningen ingeslagen worden. Gewapend met 2 'echte' 'The North Face' -10°C slaapzakken, een paar 'echte' 'Salomon' wandelschoenen, mueslibars, anti-bloedzuigerolie, tijgerbalsem, TIMS-card (anders mag je niet zonder gids het park in), parktoegangsbewijzen en twee veel te zware rugzakken gingen we op pad. Nou ja, dat was het plan... we waren alle twee half ziek, dus hebben we onszelf een dagje uitstel gegund. De dag erna toch maar gegaan. Omdat we ons nog steeds niet helemaal optima forma voelden, hebben we ons met een veel te dure taxi naar Phedi (voet (van de berg)) laten brengen, zodat we 'rustig' konden beginnen met... gelijk 3 uur lang steil omhoog trap lopen de berg op. Elske was bijna gelijk terug gegaan, want het kon toch zeker niet de bedoeling zijn dat we alleen maar gingen traplopen. Uiteraard kwam ook gelijk de monsoon om de hoek kijken en voe(l)den de bloedzuigers zich helemaal op en top op de natte paadjes... Nadat we ook nog een stuk de verkeerde kant op waren gelopen, hadden we zo ongeveer alle trekkers ongemakken wel weer gehad en zaten we er helemaal in. Het werd al donker toen we aankwamen en nadat we de bloedzuigers uit onze schoenen geklopt hadden, diegene die op benen en voeten waren blijven plakken met een lading zout gestraft hadden voor hun wandaden, ijskoud gedoucht hadden (brrrr) en uiteindelijk een welkome maaltijd gegeten hadden, was het tijd om op te laden voor de volgende dag. Die redelijk relaxed begon, maar eindigde met het zogenoemde 'Heavenly path', met andere woorden: 2 uur lang trappen lopen de berg op. Het fijne is ook dat de treden veel te hoog zijn voor mijn korte benen, waardoor het extra zwaar is, maar ik wel extra blij was met mijn wandelstok! We weten niet hoe de hemel er uitziet, maar wij vonden het pad er naar toe in ieder geval redelijk 'hellish'. De omgeving hier is echter wel 'Hemels' te noemen en 's ochtends werden we beloond met een eerste uitzicht op de besneeuwde pieken van de Annapurna I (8091m) en de Machapuchare (6997m).


Inmiddels hadden we door dat trekking best energie kost en aten we vaak drie keer per dag Dal Bhat (rijst met een groentecurry (= aardappel) en linzensoepje) en een pot hot lemon (wat vaak meer leek op opgewarmde sinas, maar het smaakte erg goed haha). De locals keken wel wat gek op als we 's ochtends om 6 uur dal bhat bestelden haha. Maar wij waren er wel blij mee, want hadden we de vorige dag zo ons best gedaan om al die trappen op te klimmen, bleek dat we de dag erna begonnen met aan de andere kant van het dorpje net zoveel trappen naar beneden te lopen... om vervolgens aan de overkant van de rivier weer keihard steil omhoog te moeten... Beetje frustrerend vonden we het wel. Na al die trappen liepen we door een schitterend bamboebossen naar naar het plaatsje, ja hoe kan het ook anders, Bamboo (2310m). Leken onze rugzakken in het begin veel te zwaar, na 3 dagen lopen zaten we helemaal in het ritme en voelden we ons na de lunch (die samenviel met een onwijze hagel bui), goed genoeg om gelijk door te stomen naar Machapuchare Basecamp (3700m) (KOUD!! Geen -10°C maar Elske had in haar slaapzak toch de nodige laagjes kleding nodig om een beetje warm te worden). Hier moesten we een nachtje blijven om te acclimatiseren aan de hoogte, voordat we doorkonden naar de ABC. De ochtend begon kraakhelder, zodat we super uitzicht hadden op de witte pieken. Maar toen toen we aankwamen in ABC (4095m) konden we alleen het wit van de mist zien...


De omgeving veranderd hier ook drastisch boven de boomgrens en je moet het hier voornamelijk doen met gras en stenen (het deed ons een beetje aan Schotland denken... al zijn we daar nooit geweest :D). Achter het Basecamp is een grote put uitgesleten door gletsjers; kort samen gevat het ziet er allemaal ruig uit. De volgende ochtend weer eens veel te vroeg ons bed uit om de zonsopgang op de bergen te zien schijnen. Gelukkig hadden we zeker 10 minuten goed zicht..., zodat we nog net even wat fotootjes konden schieten van de Annapurna I in volle ochtendglorie. Daarna in de mist bergafwaarts 'gerend'; bijna dezelfde afstand gelopen als we heen in drie dagen gedaan hadden... Onze knieën waren daar niet zo blij mee en het zag er naar uit dat we de volgende dag een rustdag moesten houden... Flink smeren met tijgerbalsom dus en hopen dat we de volgende dag nog konden lopen. Dat ging gelukkig erg goed!


Rogier heeft een hekel aan 'backtracken' dus was hij blij dat we de mogelijkheid hadden om een detour te doen naar Ghorepani, waar je vanaf Poon Hill de gehele Annapurna Himalayan Range kan zien. Uiteraard moet je weer veel te vroeg (lees 4.30 uur) je bed uit om daarna je slaperige hoofd een klein uur de berg op te sjouwen... en ondertussen heel hard hopen dat het helder is, zodat je wat mooie plaatjes kan schieten. Zoals deze :-)


Omdat het trekken ons wel was bevallen (wel lichtelijk zwaar) zouden we eigenlijk de Circuit trek er achter aan doen. Maar we hadden niet helemaal begrepen dat we dan het natuurpark uit en weer opnieuw in moesten en weer opnieuw toegang moesten betalen... daar hadden eigenlijk niet echt zin in. Een optie was om de Circuit trek in omgekeerde volgorde te doen, maar dan moest je in 1 dag van 3800m naar 5400m, om daarna weer af te dalen naar 4300m en dat valt niet meer echt binnen de grenzen van veilige acclimatisatie, als je het al redt om in één dag 1600 meter te klimmen (al was beiden volgens sommige gidsen geen probleem...?). Dus hadden maar besloten om onze (enige (bleek later)) kans om door de sneeuw te lopen, om te ruilen voor een veilige terugkomst in Pokhara. Waar we onder het genot van een 'Everest' biertje (waarom liggen die niet bij Everest in de koelkast? ;-) ) onze volgende trekking plannen konden bespreken. Nee, het werd niet de Everest trek (te lang, te duur, te toeristisch, te veel regen...) maar de Langtang trek ten noorden van Kathmandu. Maar eerst nog even tjillen in een bootje op Phewa tal, het op één na grootste meer van Nepal, waar we heerlijk van de zon genoten hebben en precies op tijd (na een uur heel hard roeien!) voor de regen weer terug waren. Wat kan het hier onwijs hard regenen en onweren...


Tijd om de hoofdstad eens te gaan checken. Kathmandu is voor een aziatische hoofdstad redelijk rustig! Al denken mensen die nog nooit in India zijn geweest daar anders over, haha. Onze grootste irritatie is dat door straatjes, waar wij in Nederland niet eens fietsen laten rijden, hier keihard hordes motoren en brommers doorheen komen scheuren... Het getoeter is hier wel ietsje minder gelukkig. Irritatie nummer twee (die niets met Nepal te maken heeft) was dat bij het terugkijken van de foto's er overal een dikke vlek opzat (dat wordt dus flink photoshoppen!). Stof in de cilinder van onze camera... Repareren of nieuwe kopen? Alle fotozaken adverteren hier met repareren dus maar eens even tjekken. Kon wel geregeld worden voor ongeveer 20 euro in 1 dag. Mooi, want wij wilden zo snel mogelijk gaan trekken, want de monsoon laat steeds meer weten dat hij in volle aantocht is. Komen we de volgende dag terug... nee nee, allemaal niet mogelijk... te ingewikkeld. Volgende fotozaak: stof, nee daar kan je geen last van hebben... nou, er zit toch echt een dikke vlek op al mijn foto's... oh, dan kost het 25 euro en 3 dagen... ja laat maar. Toch maar eens uitkijken voor een nieuwe cam misschien... komen we in een straatje met verschillende repair centers. Voor 15 euro, volgende dag om 2 uur klaar. Check! Wij staan om stipt 2 uur op de stoep en ineens wordt er in een soort van paniek naar onze camera gezocht....ehhh hij is nog niet klaar.... wacht daar maar even. Wij braaf wachten op een bankje, terwijl de repairman in de wierookwalm en onder het genot van een bakkie cha (melkthee) de camera in 10 minuten uit elkaar haalt, schoonblaast en weer in elkaar schroeft. Klaar om getest te worden op Durban Square; een verzameling van Newari (oorspronkelijk bewoners van de Kathmandu vallei) tempels die uit blinken in vorm en erg mooi houtsnijwerk. Ook woont hier de levende Newari godin (tot haar tiener jaren) Kumari die zich elke dag rond 4 uur heel even aan de mensen laat zien. Wij zagen vooral een zielig en ongelukkig (gelukkig bijna tiener) meisje...

Nu waren we eindelijk klaar voor onze tweede trek. Dus de volgende dag gelijk met de bus naar het startpunt... Een rit van 10 uur over een afstand van 117 km??? Nu blijkt dat we beiden niet echt bestand zijn tegen uren lang in de achtbaan zitten... De bus reed met zo'n 'noodgang' over de weg, die op de kaart letterlijk op een spaghetti sliert lijkt, dat we beiden na zo'n 10 minuten in plaats van naar buiten keken, naar de binnenkant van een plasticzak (die lek bleek, bah!) zaten te kijken. Na 3,5 uur uit het raam hangen werd de weg 'gelukkig' nog een stuk slechter, waardoor het tempo verlaagd werd. Na een korte stop en iets bijgekomen te zijn, hebben we de rit verder uit kunnen zitten, maar we kwamen wel helemaal gebroken en groen en geel bij ons startpunt aan... Toen we bij ons hotel zaten te eten, bleek de bus voor ons te staan en we hadden medelijden met de bus-boy die toen de bus aan het schrobben was... we waren niet de enige geweest! Na nog even luxe een kamer met prive badkamer en heerlijk warm water genomen te hebben, waren de volgende dag weer redelijk bijgekomen.


We hadden besloten om niet alleen de Langtang trek te doen, maar deze te combineren met de Gosaikund & Helambu trek en te starten met de Tamang Heritage Trail. De Tamang is een stam die oorspronkelijk uit Tibet komt (het gebied hoorde oorspronkelijk ook bij Tibet). Gelijk de eerste dag hadden al een mooi uitzicht op Paldor piek (5903m) om uiteindelijk aan te komen in Gatlang (via een kleine detour... de paden zijn hier iets minder platgelopen dan op de ABC trek en bordjes kennen ze ook niet). Er was electriciteit in het dorp, maar desondanks is dit één van de meest authentieke en grootste dorpen (6000 inwoners) waar we zijn geweest. Uiteraard waren we weer eens net te laat voor het festival dat die dag gevierd werd, dat echt precies afgelopen was op het moment dat wij bij het plein aankwamen. Maar we werden met veel enthousiame onthaald en kregen van alle kinderen onze handen volgeduwd met gepofte rijst. Zoveel dat onze handen letterlijk overstroomden van de rijst, bovenop het hoofd van een jongetje dat onder ons stond. Dat was volgens de andere kids toch wel zo grappig dat hij gelijk nog twee handen rijst over zijn hoofd kreeg... De lodges zijn hier wel meer basic, maar dat maakt het ook allemaal wat authentieker en douchen doe je hier meestal gewoon met een slang met koud beekwater/emmer water boven de wc (gat in de grond). De volgende dag hebben we in het licht nog een rondje door het dorp gedaan. De Tamang zijn echt supervriendelijk en lopen bijna allemaal nog in authentieke klederdracht, al passen de sportschoenen er volgens ons niet helemaal bij ;-). We hadden echt het idee dat we toen in Nepal/Tibet waren.


De volgende dag geprobeerd te lunchen in Chilime, waar we belaagd werden door kinderen die letterlijk al onze zakken inspecteerden of we echt geen chocola, pennen of geld bij ons hadden. Er bleken geen restaurants te zijn, maar uiteindelijk konden we toch nog ergens terecht, waar we onze lunch in de slaapkamer op bed genuttigd hebben, er was namelijk geen eetkamer. Daarna verder gelopen naar Tatopani. Dat bleek weer 4 uur lang steil de berg op te zijn dus eenmaal aangekonmen waren wel toe aan een douche. Tatopani ligt vlak bij een warm water bron dus hadden ze voor de verandering een warme douche... in de openlucht. Rond het bassin waren allemaal kinderen aan het spelen en de dochter van onze gastvrouw vond het allemaal zo interessant dat ze op de rand van het bassin als een soort Midas Dekkers gebiologeerd naar ons lag te kijken... Best apart, maar die warme douche was zo fijn, dat het ons even niets kon schelen. 's Ochtens werd ons gevraagd of we zelf even onze rekening wilden opmaken, iets wat we wel vaker moesten doen bleek later... veel mensen kunnen hier alleen Nepali of helemaal niet lezen en/of rekenen.


Vlak bij Tatopani ligt Nagthaly, waar je een erg mooie view hebt op de 'great wall'... nee niet die van China, maar een muur van sneeuwbergen op de grens met Tibet. Dat was erg mooi en met een prima uitzicht hebben we daar heerlijk geluncht voordat we weer eens aan een flinke afdaling begonnen. Zo steil afdalen is haast nog vervelender dan bergopwaarts (trap)lopen... soms vraag je je af waarom trekking eigenlijk leuk is... ;-) Helaas zijn ze bezig met het aanleggen van een zandweg door het dal, waardoor we een lang stuk door het stof moesten lopen naar Timure, 5 km vanaf de grens met Tibet. Om vervolgens de dag daarna weer een heel stuk terug door het stof te moeten lopen naar Briddhim. Niet zo handig gepland van ons...


In Briddhim kun je een zogenaamde 'homestay' doen, al zagen we niet heel veel verschil met een 'gewone' lodge behalve dan dat je de maaltijden nuttigt op een bed in de keuken/woon/slaapkamer van de gastvrouw/heer. Veel mensen zijn hier zo arm dat ze zelfs geen geld hebben om hun kinderen naar school te sturen, dus hebben we maar wat extra betaald en kregen we alletwee een mooie witte sjaal als bedankje. Echt geluk brachten ze alleen niet! Voor we vertrokken hadden we gevraagd waar we precies naar toe moesten, maar even onderschat dat 20 minuten lopen voor een local toch wel 40 minuten voor ons waren... Daardoor waren we compleet bij het verkeerd pad omhoog gegaan en kwamen we wel heel erg diep in de jungle en op onbegaanbare paden terecht. Na een paar keer uitgegleden te zijn en echt geen pad meer te kunnen ontdeken besloten we maar om terug te gaan en nog een keer het verkeerde pad te nemen... Nadat we alletwee ondervonden hadden dat naar beneden glijden wel sneller gaat maar niet echt comfortabler is, besloten we dat dit toch echt wel het verkeerde pad was... Bleek dat een stuk verderop dan waar wij waren afgeslagen, toch wel heel duidelijk was aangegeven wat de juiste afslag was... beetje jammer! Na deze avontuurlijke detour van 4,5 uur (!) en in totaal 11 uur wandelen verder kwamen we toch nog op onze geplande bestemming Rimche aan. Waar ze gelukkig een heerlijke, welverdiende (al zeggen we het zelf :-), warme solar shower hadden!


Inmiddels zaten we op de Langtang trek en de volgende bestemming was dorpje Langtang. Onderweg kwamen we nog een oude man tegen die vroeg of we bij hem thuis kwamen slapen. Het was wel cool om even te kijken hoe de meeste mensen hier wonen. De huisjes zijn echt super klein en bestaat vaak uit maar één ruimte waar ze koken, slapen en gewoon zitten. De man bleef maar aandringen, dat hij goede dekens had en dat we daar in dat hoekje lekker op de dekens konden slapen. Het was best aandoenlijk, maar aangezien zijn vrouw doodziek op bed lag voelden we ons een beetje ongemakkelijk om daar in dezelfde keuken/slaap/woonkamer te blijven slapen. Dus hebben we hem maar wat geld gegeven voor zijn rondleiding door het dorp en zijn huis om vervolgens verder te gaan naar Langtang. Omdat we in het laagseizoen zaten was dit bijna een spookstadje en was er welgeteld één lodge open van de stuk of 20 die er zijn. De volgende dag was het nog maar een klein stukje lopen naar eindbestemming Kanjin Gompa (=klooster) op 3870m. Waar we deze keer precies op tijd waren voor het festival (waarom er een festival was konden we niet achterhalen) en we een gratis lunch aangeboden kregen: Dal Bhat, melkthee, yak yoghurt en 'homemade' rijstwijn. De rest van de dag hebben we ons opgeladen om de dag erna als dagtripje de Tsergo Ri (4984m) te beklimmen.


Het was echt een pittige klim van ruim 1100m omhoog. Gelukkig werd dit veraangenaamd door mooie views op o.a. de Langtang Lirung (7246m). Na 5 en een half uur hadden we de top bereikt, wederom met een detour over een niet officieel en toch wel ietwat gevaarlijk pad, en inmiddels was onze trouwe metgezel 'the mist' ook weer gearriveerd... Helaas werden we na uren klimmen dus niet beloond met een schitterd uitzicht... Na wat tijd gedood te hebben met het vieren van onze overwinning met een mueslibar als lunch, het bouwen van een stupa en het tevergeefs zoeken naar een makkelijker pad naar beneden, was de mist nog steeds niet opgeklaard... en hebben we maar weer de zelfde weg teruggenomen. Vlak bij het dorpje moesten we nog een rivier (zonder brug) oversteken. Blijkbaar was het ergens aan het regenen want de rivier die we op de heen weg nog met gemak over konden steken, was een stuk ruiger en ging alleen maar harder stromen zodat we uiteindelijk, met natte voeten en totaal gesloopt, 11 uur later weer bij onze lodge aankwamen.


De volgende dag was was- en rustdag. De dag daarna bleek helaas regendag en de dag daarna Langshisa Kharka dag (of te wel 4 uur lopen heen en terug de vallei in dag). De vallei is echt heel erg mooi en je hebt uitzicht op verschillende besneeuwde pieken (als het tenminste niet al te mistig is...) in combinatie met tactisch geplaatste gebedsvlaggen (doet het altijd goed op de foto's). De Langshisa zou Yeti gebied zijn maar ook die hebben we weer niet gezien ;-) Onze laatste dag was combinatiedag waar we 'even' bij de gletsjer zouden kijken en daarna terug zouden lopen om aan te haken op de Gosaikund trek. Dat even bij de gletsjer kijken, werd natuurlijk weer uren, omdat we weer eens op een niet officieel pad uitkwamen en uiteindelijk niet eens bij de gletsjer uitkwamen... Desondanks hadden we wel een mooi uitzicht op een andere gletsjer en een mooie vallei. Waardoor we toch nog genoeg visuele prikkels gekregen hadden om aan de terugweg te beginnen.


Gosaikund is een heilig meer (op 4380m) voor Hindu's en zou de restanten van een hele oude Shiva tempel bevatten (waarschijnlijker is dat gewoon een kei is... maar oke). Natuurlijk waren we weer net te laat voor het festival dat net de 3 dagen voor we aankwamen aan de gang was. Op onze weg naar boven kwamen er echt hordes mensen naar beneden en was het hard zoeken naar genoeg adem om onder het lopen nog vriendelijk 'Namaste' tegen iedereen te roepen. Volgens een paar locals was het maar goed dat we te laat voor het festival waren, anders hadden we waarschijnlijk buiten moeten slapen...en het was best koud op die hoogte. De volgende dag is Rogier nog even naar een viewpoint geklommen waar hij bovenop onze trouwe vriend 'the mist' weer tegen kwam. Daarna zijn we afgedaald en ingehaakt op de Helambu trek. Onderweg konden we nog genieten van de andere meren en de rotsige omgeving. Behalve wat mist af en toe was het eigenlijk schitterend weer en hadden we monsoon redelijk ontweken. Helaas regenden we de één na laaste dag nog even zeiknat (we waren er echt bijna) en kwamen we nog even onze vriendjes de bloedzuigers ook weer tegen. Gelukkig hadden we een lodge met een lekkere warme dininghall en zaten we gezellig met het gezin te eten. De kinderen werden helemaal lyrisch werden toen er eenmaal weer electriciteit was, want dan konden ze film kijken! De dag er na moesten we helaas weer terug over een lelijke zandweg om vervolgens aan een redelijk helse busrit terug te beginnen. Gelukkig hadden we nog anti zeeziekpilletjes, en die blijken het op zo'n busrit ook prima te doen!! Binnenkort even langs de apotheker om een voorraadje in te slaan, haha!


Reistip nummer 2: koop geen wandelschoenen bij de van Haren als je 3 weken gaat trekken in de Himalaya. Want de binnenzool was na twee weken helemaal verteerd waardoor Rogier op op het profiel van zijn buitenzool liep. Niet heel comfortabel. Na een eerst poging een binnenzool te fabriceren van papier en plastic konden we weer een dag vooruit. De dag erna hadden we het geluk dat we een 'nieuwe' binnenzool langs de kant zagen liggen en konden we de trek toch nog zonder blaren afsluiten :-)


Na 18 dagen zijn we nmiddels weer terug in Kathmandu, onze was is weer schoon (zó fijn!) en zijn we weer een beetje bijgekomen van het trekken (nadat we onszelf getrakteerd hadden op een broodje shoarma :-) Lekker!) Het was echt supergaaf, wel wat vermoeiend af en toe, maar een beetje fysiek bezig zijn, was ook juist wel weer lekker! Het weer was eigenlijk heel goed, we zijn maar 1 x zeiknatgeregend en als je vroeg opstond had je het grootste gedeelte van de wandeltocht een lekker zonnetje en een mooie super blauwe lucht (de lucht lijkt hier ook veel blauwer dan in bijv. in Nederland)! Het is hier supermooi, vooral de Tamang en Langtang trek vonden wij geweldig, je hebt hier zo'n mooi uitzicht gedurende de hele trek. En de rust is ook erg fijn, even geen auto's en hordes toeristen etc, maar lekker alleen in de natuur met het geraas van de wind en het water van de rivier en het gefluit van de vogeltjes.


Nu is het de hoogste tijd om de rest van Nepal te bekijken. In Pokhara en Kathmandu hebben we nog niet echt een nepal-gevoel gekregen, zoals we dat hoog in de bergen hadden. Komt ook omdat we dachten dat Nepal overwegend Boeddistische zou zijn, maar het blijkt dat het overgrote deel hier Hindoeïstisch is. De plaatsen waar we nu nog naar toe gaan zijn in ieder geval minder groot en toeristisch en we zijn benieuwd hoe het daar is. Ondertussen zetten we een reisorganisatie aan het werk om voor ons een visum voor Tibet en China te regelen. Hopelijk lukt dat, maar dat wordt nog wel even spannend gezien de China-Tibet verhoudingen.

Thanks voor alle reacties! Voor ons ook erg leuk om iets van jullie te lezen! Dus blijf reageren...


Neushoorns, bijna Bhutan en toen was het koud!!

Na een lange rit flink gekreukeld in de bus gezeten te hebben, bereikten we de grens, blij dat we weer konden bewegen! De bussen zijn hier zo krap, dat zelfs Elske met haar korte pootjes klem tussen de stoelen zit, Rogier past gewoon niet haha! En dan proppen ze ze ook nog zó vol... Maar goed, de grens was bereikt en zo chaotisch als de grens overgang van India naar Bangladesh was, zo relaxed was deze andersom; bamboe hutjes, blote voetjes, krantjes erbij en super rustig. Tijd genoeg om een praatje met ons te maken, waar we vandaan kwamen en hoe het vervolg van onze reis eruit zag. Alleen de cha ontbrak nog. Dus dat ging allemaal vlekkeloos en we vroegen ons af of alle moeite die we hadden gedaan om India binnen twee maanden weer in te mogen wel nodig was geweest... Ons paspoort werd over wat bureau's en heen weer geschoven en gegooid en we vingen de woorden 'double entry' en 'high commissioner' op met vragende gezichten erbij. Uiteindelijk besloten ze dat het wel best was. Al was het wel wat moeilijk te begrijpen dat we nog geen hotel hadden. Op de formulieren moet je namelijk altijd invullen naar welke plaats + hotel je toe gaat. Een hotel hadden we nog niet, dus hadden we het maar open gelaten. Maar dat was geen optie. Er werd toen maar ingevuld dat we in 'Any Hotel' gingen slapen, haha.

India inkomen was een beetje alsof we 'thuis' kwamen. Niet dat India leuker of beter is dan Bangladesh (in tegendeel denk ik) maar alles is hier weer in het engels aangegeven en het is veel meer westers. Toen we vanuit Nederland India inkwamen hadden we dat gevoel echter niet, maar na Bangladesh merk je toch wel een verschil. Het grootste verschil was denk ik de kleding. Zo lopen in Bangladesh bijna alle mannen in longi's (een lap stof als soort lange rok omgewikkeld) en de vrouwen in met name sari's. In India hadden bijna alle mannen gewone (ouderwetse welliswaar) broeken aan en waren er ook veel vrouwen met westerse kleding. Ook waren er veel meer winkels dan wij gewend waren (ook voor India) met westerse kleding.

Voordat we India voor Nepal ruilen, moesten we nog wel de Indiaase neushoorn checken (blijkt dat dat beest ook in Nepal leeft, maar oke). De beste kans om er een te spotten is vanaf een olifant, maar de jongen van het hotel wilde ons een veel te dure tour aansmeren. Dus hadden we besloten om zelf bij de park ingang te informeren naar de mogelijkheden; inderdaad veel goedkoper, alleen de laatste olifantentour was al om 7 s'ochtends vertrokken... een jeepsafari was nog wel mogelijk. Tja, weinig keus en maar heel hard hopen dat we een neushoorn zouden zien. Tijdens de tocht hadden we nog een kleine aanvaring met een wilde olifant. Jullie kennen allemaal wel die scene uit Jurassic Park met die Tyrannosaurus Rex die achter die jeep aanloopt... nou zoiets, maar dan minder heftig. Iedere keer als de jeep te dicht bij kwam of te lang bleef staan, dan kwam de olifant onze kant op stampen en soms met redelijk wat vaart... Daarna maar veilig naar de uitkijktoren gegaan op zoek naar de neushoorn. En ja hoor! We hebben er zelfs één 'gezien'. Hij was wat ver weg, maar met 7x optisch en 8x digitaal inzomen was er toch zeker ééntje te herkennen in die 10 pixels :D. Niet echt voldaan na de jeepsafari, de volgende dag dus alsnog een olifanten safari gedaan; we wisten inmiddels dat er zeker neushoorns zaten (dat vragen we ons met de tijgers in de Sunderban nog steeds af) en de gids had ons verteld dat we 90% kans hadden een neushoorn van dichtbij te zien. Dat betekende wel om 4.30 uur opstaan, want de taxi stond om 5 uur voor de deur (die weliswaar gesloten was, maar na wat geschreeuw van de taxichauffeur kwam er een hotelmannetje om ons uit te laten). Na 10 minuten hobbelen op een olifant was het al raak! Supervet! Al keek ie enigszins angstig toen er vijf grote olifanten om hem heen stonden (met allemaal rare mensen erop). Later zagen we er nog drie die gezellig aan het badderen waren. De tijgers, waar er wel acht (!) van rondlopen, hebben we helaas weer niet gezien.

Een compleet rondje zuidoost Azië leek ons wel vet, dus we wilden onze oorspronkelijke route iets uitbreiden. Jaigon, een grensplaats in India, is een zogenaamde 'free zone' waar je één dagje de grens over kan naar Bhutan zonder visa etc (en zonder de belachelijk toeristenbelasting van $ 200 p/p/p/d... niet echt ons budget...). Helaas bleek onze editie Loney Planet uit 2004 toch wel enigszins verouderd: Toen we vrolijk de poort door wilden lopen werden we staande gehouden. Of we even ons Bhutaans visum wilden laten zien... uh is het dan geen 'free zone' meer? Het antwoord was nee en bleef dat helaas, ook na heel zielig kijken... We hadden ons helemaal verheugd op een dagje Bhutan (we waren immers niet voor niets om 5.30 uur al op die olifant geklommen) en het was dan ook wel een teleurstelling. Meer dan de mooie poort die bij de grensovergang staat hebben we helaas niet mogen zien. Grappig is wel dat Bhutaans geld en Indiaas geld hier gewoon door elkaar worden gebruikt en ook even veel waard is. Maar ja, daar 'koop je dus niets voor' zonder visum.

Om toch een beetje in de sfeeer van de Himalaya te blijven, was onze volgende stop Darjeeling. DE theestreek van India. Al is de thee hier moeilijk te vinden, of de kaartjes in de lonely planet zijn vrij brak (nee, het is niet zo dat wij geen kaart kunnen lezen), maar we waren goed 'verdwaald' in ieder geval. Na een halve dag berg op, en vooral berg af wandelen, bleek dat we totaal een verkeerde kant op waren gelopen. We moesten dus helemaal terug, vooral berg op... De theeplantage hebben we maar voor een andere dag bewaard. En toen we daar uiteindelijk waren viel het een beetje tegen. De theevelden in Bangladesh zagen er veel mooier uit, al was het hier wel mooi dat de theevelden op de berghelling liggen en het alsnog wel een mooi plaatje was.

Het grootste verschil tussen Darjeeling en India 2100m lager, is dat het hier koud is! Toen we aankwamen was het echt super mistig en veel te koud om in je korte broek en slippers rond te lopen. Een hele rare gewaarwording, want 's middags toen we op de jeep stonden te wachten zweette we ons helemaal lek. Maar na 2 uurtjes rijden zagen we ineens mensen met gebreide mutsen op, dekens ipv sjaals om hun sari's geslagen, winterjassen.... Een beetje verbaasd keken we elkaar schouderophalend aan. We wisten dat Darjeeling wat koeler zou zijn, maar we hadden niet verwacht dat het zo'n verschil maakte! Zelfs in de hotelkamer was het koud en we hadden de twee dikke dekens die er lagen hard nodig. Beetje jammer dat er geen warm water was... al kon je wel bij de receptie vragen om een bucket hot water, wat we maar snel gedaan hebben. Als de zon schijnt, is het hier overigens heerlijk! Zo'n 20 graden en echt genieten (na die 40 graden die we 'gewend' waren). De Indiaase mensen hier lopen echter zelfs dan met dikke kleren, mutsen en dekens...haha!

De mist zorgtook voor wat mooie plaatjes.

Naast thee is de zonsopgang en de lichtval op de berg Kanchenjunga (8598 meter) vanaf een uitkijk op Tiger Hill een hoogtepunt in Darjeeling. De zon komt alleen wel erg vroeg op... 4.51 uur om precies te zijn. Dus wij ons wekkertje om 3.15 uur gezet om te kijken of het heel misschien helder was (want als het zo mistig is als de dag ervoor zouden we toch niets zien). En het was helder, dus wij uit bed, op zoek naar een taxi. Nou die rijden 's ochtends om 4 uur nog massaler dan overdag (en er rijden hier véél taxi's en ze toeteren allemaal continu, pfff). Alleen zitten ze allemaal vol en vragen ze nogal een forse prijs. En toen een van de chauffeurs blijkbaar niet doorhad dat ik naar de deur liep om in stappen (ipv weglopen) reed hij weg. Ja... dat zal toch niet gebeuren, dus ik riep dat hij moest stoppen en toen hij dat niet deed bleek dat ik best hard kon schreeuwen. We moesten er wel om lachen hoe aggressief dat er uitkwam, maar het was zo vroeg en ik was niet voor niets zo vroeg opgestaan. Gelukkig stopte ie alsnog en waren we maar net op tijd om een goed plekje te vinden. Het was knetterdruk, voornamelijk met Indiërs, en we moesten boven op een richel klimmen om iets te kunnen zien. Ineens hoorde we iedereen joelen, juichen en klappen... bleek dat de zon op kwam! Het was wel komisch dat iedereen zo overdreven reageerde (of zijn wij gewoon hele nuchtere Hollanders??), maar nog grappiger was dat iedereen toen ook eigenlijk al weer wegging... wij kwamen juist voor de berg die in het licht van de opkomende zon zo mooi zou zijn. Helaas bleef dat effect een beetje uit, maar het was nog steeds erg mooi. En toen moesten we weer terug... het was letterlijk file rijden en stilstaan de weg terug naar beneden. Belachelijk eigenlijk, en dat elke dag volgens onze chauffeur... We hebben ons af laten zetten in Ghoom en zijn toen lekker terug gaan wandelen in het ochtendzonnetje richting Darjeeling, met pitstopjes om de Tibetaanse kloosters te bekijken.

En toen was er STRIKE! Oftewel stakingen. Gelukkig waren we van te voren gewaarschuwd dat alles dicht zou zitten en er geen taxi's en bussen reden. Eigenlijk hadden we toen Darjeeling willen verlaten, maar omdat ons was gezegd dat we Siliguri niet zouden bereiken vanwege stakingen daar, hebben we maar besloten niet moeilijk te doen en een paar dagen langer in Darjeeling te blijven. Op zich is Darjeeling een mooi plekje, dus geen straf om iets langer te zijn. Rogier dacht dat er tijdens de staking nog wel iets open zou zijn, maar na rondvragen bij een paar restaurantjes kregen we toch de indruk dat ALLES dicht zou zitten.... hmmm, tijd is nog wel te doden, met een boekje en goed uitzicht, maar dat betekende ook 2 dagen geen plek om te eten. In het hotel hadden we gevraagd of we daar mochten koken, maar dat was geen optie, en verder kwam er ook geen reactie van het dienstmeisje. Dus wij terug de markt op, noodrantsoen inslaan. Oftewel koekjes, chips, chocolade, tomaatjes, komkommer, mango en wat brood (droog na 2 dagen) bij de bakker. Gelukkig kwam de manager van het hotel 's avonds nog vragen of hij eten voor ons moest regelen en hebben we onze avondmaaltijden maar lekker in het hotel genuttigd. Maar goed ook, anders hadden we aan onze inkopen niet genoeg gehad geloof ik. Het voordeel van een strike is wel dat het heerlijk rustig is op straat. Want het rustige, relaxte Darjeeling dat wij dachten te vinden, is een best groot dorp/stadje boven op een berg, met veel te veel mensen/toeristen, toeterende auto's en ander lawaai. Maar tijdens de strike was het heerlijk rustig! Genieten van het uitzicht en in de rust plannen maken voor Nepal!

Hier in Darjeeling heerst al een heel andere sfeer dan in India en Bangladesh. Er zijn meer westerse invloeden dan in de andere delen waar we waren. En we worden minder aangekeken en gesproken. Al zijn hier ook nog wel kinderen die naar je toe komen rennen en je naam vragen en of je met ze wilt spelen. Maar niet zo extreem als met name in Bangladesh, waar kinderen spontaan hun spel stil laten vallen als ze je zien, om vervolgens hun vriendjes te roepen en naar ons te wijzen. Of dat ouders hun kinderen een zetje in de rug geven van 'toe maar, ga maar hallo zeggen tegen ze'. Het is best schattig dat je mensen zo blij maken door alleen maar 'hello' terug te zeggen of te vertellen dat je uit Nederland komt. De jeeps worden nog wel net zo volgepakt als 'beneden' de bussen, al heb ik hier nog geen geiten op het dag gezien ;-). En de andere sfeer komt denk ik ook wel doordat er veel andere culturen hier zijn. Het zijn overwegend tibettaanse gezichten (en mengelingen) die je hier ziet, die toch iets vriendelijker kijken dan de norse Indiërs over het algemeen...

Darjeeling was een mooie introductie op wat nog komen gaat. We hebben zeker zin in Nepal en met de monsoon op onze hielen (bijna elke dag onweer,weliswaar in de verte, maar wel hevig) wordt het tijd om verder te gaan en India gedag te zeggen... op naar NEPAL!!

Kloosters, beestjes en 'the Hellhole'

Tijd voor ruines dus, op naar Comilla, waar een van de grootste boedhhistische kloosters ten zuiden van de Himalaya stond. Voor de verandering weer eens redelijk met de grond gelijk gemaakt. Zo jammer! Een aantal van de kloosters staan in militair gebied, waar je toestemming voor moet hebben. Wij dachten dat we met onze charmes daar wel binnen zouden komen, maar meer dan uitrusten in de schaduw bij de checkpoint zat er niet in. Helaas, maar verder was het een leuk uitstapje.

Srimangal, de thee streek van Bangladesh, werd onze volgende stop. Er waren fietsen te huur, dus zijn we als echte Hollanders (vooral Rogier...) op de fiets de omgeving gaan verkennen. De omgeving is hier echt heel rustgevend. Alle thee planten worden op een handig plukhoogte gehouden, waardoor het bijna op grasvelden lijken met wat bomen er tussen voor de schaduw. Na een bezoekje aan een van de plantages, moesten we natuurlijk nog de 'wereldberoemde' 5 coloured tea proeven. Deze bestaat echt uit 5 laagjes verschillende soorten (kleuren) thee en is heel lekker. Ook vrij duur; 4 kopjes waren net zo duur als een hotelovernachting, maar hé, dan heb je ook wat.

Vlakbij is Lowacherra, een natuurpark waar gibbons schijnen te leven, waar we nog een dagje hebben gewandeld. Er waren verschillende wandelroutes varierend van een half uur tot 3 uur, en we begonnen met de langste. Halverwege dachten we dat we een gibbon hoorden... of in ieder geval iets wat we niet konden plaatsen. Eerst leek het vooral op het blaffen van een hond. Maar toen er steeds geen dorpje, met hond, kwam moest het toch een ander dier zijn. Inmiddels klonk het geluid wel erg dichtbij en wat aggressief (volgens Elske). Na een tijdje turen zagen we nog steeds niets, en na een flinke stop gezocht te hebben, zijn we maar weer verder gewandeld. Bleek dat hier een of ander 'blaffend' hert rondloopt... dat maakte het toch weer allemaal wat minder spannend dan dat het was. Verder zit het hier wel vol met enorm grote spinnen, waarvan sommige letterlijk zo groot zijn als je hand. De jungle is echt heel mooi, de 3-uurs wandelroute loopt er helaas voornamelijk buiten en eindigd kilometers vanaf de ingang... heel handig. Met de taxi terug naar het park voor poging 2 om een gibbon te vinden. De 1-uurs route was ook leuk, maar nog steeds geen gibbon... Volgens de gidsen was er nog een route waar we waarschijnlijk veel meer dieren zouden zien. We konden dat waarschijnlijk nog net redden voor de zon onderging, dus ach, dan lopen we ng maar een route. Gelijk raak dachten we... waren het gewoon makaken, maar in ieder geval toch nog een aap gespot. Het pad was hier alleen een stuk ruiger dan de andere paden en er had die dag ook nog niemand gelopen, want het pad zat helemaal vol met spinnewebben met van die 'handgrote' spinnen er in. Na een uur lopen kwamen er ook nog hordes bloedzuigers bij kijken, waardoor we de bloedzuigers van onze voeten moesten slaan (ja we waren op slippers) en tegelijkertijd de spinnen moesten ontwijken boven ons. Het einde van het pad kwam ook maar niet inzicht en ging alleen maar dieper de jungle in, al zouden we er qua tijd bijna moeten zijn... Elske was er al klaar mee en toen Rogier recht met zijn hoofd in een megaspinneweb liep was het tijd om terug te gaan... op een holletje, helemaal gebogen om de spinnenwebben te ontwijken, waren we gelukkig in een half uurtje terug. Heeft er waarschijnlijk erg comisch uitgezien haha! Daarna nog even de bloedzuigers tussen je tenen wegkrabben en we hadden het weer bijna zonder schrammen overleefd. De gids die aan het eind tegenkwamen moest wel lachen en kon ons gelijk nog even wijzen op aap nummer twee, de 'langur', maar gibbons hebben we niet gezien...

En toen 'hellhole' Dhaka, zoals sommigen het noemen. Dat viel achteraf wel mee al blijft het een grote stad waar je eigenlijk niet te lang wilt blijven... Maar wij moesten nog een re-entry permit regelen omdat India de fijne regel gesteld heeft dat er twee maanden tussen elk bezoek aan India moet zitten. Aangezien wij na 4 weken weer terug wilden moesten we dus een bezoekje aan de High Commision of India brengen. We hadden in Nederland al een double entry visum gekregen en dachten dat het een formaliteit van hooguit een paar uurtjes wachten op een stempel zou zijn. Niets was minder waar! Er moesten opnieuw uitgebreid allerlei formulieren worden ingevuld en er moesten bustickets naar India worden overhandigd etc. Aangezien wij ter plekke buskaartjes kopen, hadden we dus niets, maar daar snapten ze niets van. Uiteindelijk de volgende dag na wat gedoe de formulieren en een aanvullende brief met uitleg ingeleverd. Toen we na twee dagen belden om te horen of het ok was, werden we gesommeerd om à la minute naar het consulaat te komen... Bleek dat we geen toestemming kregen, omdat we niets hadden gezegd over wanneer we India weer gingen verlaten. Wij uitgelegd dat we naar Nepal gingen etc. De meneer opnieuw naar zijn baas, maar helaas kwam hij weer terug met de hele papierwinkel. We moesten kopieën van de visa voor Nepal en China overleggen... ehhh die hebben we nog niet! Met de loney planet onder de arm (daar stond in dat een visum voor Nepal gewoon bij de grensovergang te halen is) weer naar de hoge pief. Uiteindelijk is de papierhandel in ontvangst genomen en moesten we weer een dag wachten of de High Commisioner ons toestemming wilden geven... En als hij zo vriendelijk was, mochten we ná het weekend terugkomen voor de stempel...

Om onze dagen in Dhaka niet met alleen maar wachten te vullen, hebben een boottochtje gemaakt over de rivier die door Dhaka stroomt. Het is hier een redelijke chaos aan kleine bootjes, grote vrachtschepen en ferry's die dwars door elkaar heen varen. We werden vrijwel gelijk naar een grote scheepswerf gebracht waar we een rondleiding kregen. Totaal onvoorbereid liepen wij daar op onze slippertjes, terwijl de gasflessen naar beneden werden gegooid en de lasvonken je om de voeten vlogen. Er worden hier 'nieuwe' boten gemaakt van tweedehands onderdelen en een 'nieuwe' boot gaat weer de verkoop in voor ongeveer 10 miljoen taka (= ongeveer € 100.000). Een schijntje want het gaat hier echt om enorme schepen. Na een rondleiding door het dorpje van de scheepswerklieden, gingen we weer het water op. En als je geen zin meer hebt om te roeien, gooi je gewoon een touw uit naar één van de Bangladese 'onderzeeërs' (lees vrachtschip met veel te veel lading (=zand)) en wordt je zogezegd op sleeptouw genomen. Even aan boord gaan is ook geen probleem. Om bij de boeg te komen moesten we nog wel even door het water ploegen, zo laag lag de boot in het water. Bangladesh is de grootste producent van kleding en Dhaka doet leuk mee. We zijn nog een zijriviertje ingegaan waar alleen maar kledingfabrieken gevestigd waren, en het water is hiet echt pikzwart van alle kleurstoffen die gewoon in de rivier gedumpt worden, terwijl langs dezelfde rivier vrolijk reclame gemaakt wordt voor deze spijkerbroeken. Of het dumpen in de rivier nu legaal was of niet konden we niet uit onze gids opmaken, maar wij denken van niet!

Een tweede uitstapje om tijd te doden was naar Sonargon. Dit is de oude hoofdstad van Bangladesh, al is daar bijna niks meer van over. Wel is er nog een spookstraatje over van vervallen huizen waar vroeger de rijke Hindu kooplieden woonden. Zij zijn gevlucht tijdens de anti-hindoerellen. Sommige huizen worden wel weer bewoond al vraag je je af en toe af of dat nog wel veilig is...

Omdat het wachten op de stempel toch echt te lang duurde, zijn we ondertussen maar vast verder gereisd naar de oude tempels en paleizen in Puthia. Alleen om daar te komen kun je beter niet op 1 mei reizen. Dan is het namelijk dag van de arbeid, ja ook in Bangladesh, al kun je beter zeggen, dag van geen arbeid... Bijna alles zat dicht en er reden ook geen bussen. Na wat gehannes met mensen die geen engels spreken, en wij helaas nog steeds geen Bangla, werden we op sleeptouw genomen door een paar mensen en uiteindelijk kwamen we via een shared tuktuk, riksja en 2 gemotoriseerde karren uiteindelijk toch nog in Putia. Na daar wat rondgekeken te hebben en rondgeleid te zijn door een gids zonder nuttige informatie, werden we op de terugweg bij mensen thuis uitgenodigd voor cha en koekies, en daar is niet onderuit te komen! En op zich is het ook leuk om af en toe een kijkje bij mensen te nemen en met ze te praten. De mensen zijn hier zó vriendelijk en gastvrij en ze vinden het geweldig als je bij hen thuis komt.

Maar toen eenmaal de schaaltjes met koekjes, appel, druiven en Bangladese zoetigheid op tafel stonden, werd het toch wel een beetje erg gek (behalve dat het toch wat vreemd voelt om zomaar bij wildvreemde mensen thuis uitgenodigd te worden). We waren gezellig aan het babbelen en knabbelen toen de gastheer ineens zei dat ik (E) hem wat eten moest voeren. Ja, je leest het goed, voeren.... what the fuck... ?!! Dat was ik dus niet van plan en heb dat ook gezegd. Maar na een tijdje begon hij weer: hij wilde wel wat eten, maar alleen uit mijn hand... Ik weer druk weigeren en zeggen dat ik dat te bizar vond, dat ik hem wel een koekje wilde aangeven, maar niet wilde voeren, nogal ongemakkelijk op mijn stoel schuivend... Maar hij bleef maar aandringen. Zijn moeder vond het niet leuk en was druk aan het mopperen op hem, maar hij bleef maar aandringen. Aangezien de gezellige sfeer wat zoek raakte heb ik hem maar snel een koekje in zijn mond gedrukt zodat ie stil zou zijn. De druiven gingen me toch echt te ver! Daarna maar snel geprobeerd weg te gaan, maar dat lukte niet. Want daarna moesten we met een andere meneer mee naar zijn huis aan de overkant. Ook daar kregen we weer koekjes en hebben we een foto album doorgebladerd. Ondertussen zat de jongen die ik moest voeren druk te knijpen in Rogiers been... net of hij aan het voelen was of we wel echt waren ofzo?!! Haha, beetje apart, maar achteraf wel weer komisch!

Op de terugweg kwamen we in één van de vele taxi iemand tegen die ons weer uitgenodigde voor het avondeten, en ach driemaal is scheepsrecht, dus hebben we het aanbod aangenomen. Hij gelijk zijn vrouw bellen dat er speciale gasten kwamen en dat ze cola moest halen en eten moest maken. Voelden ons gelijk al weer bezwaard... maar volgens hem was het No Problem!! We mochten zelfs even douchen, wat heel fijn was aangezien we 's avonds om 23.30 de nachtbus naar Dhaka zouden nemen. Het was een rijke meneer met een vrij luxe huis (woonkamer en slaapkamer apart (meestal is dit één kleine kamer), pc, mega stereotoren (met cassetebandjes) badkamer met westers toilet, toch ook best fijn een keer!, telefoon, airco etc) en hij had zelf ook veel gereisd. Hij bezit een boerderij met fruit en veeteelt (cow fattening :D) en was erg bezig met nieuwe machines en computerprogramma's om zijn bedrijf efficienter te laten lopen. Ook hier gingen we foto's kijken en moesten we skypen met zijn zus die in Griekenland woont.... En zo vloog een avond die eerst leek op uren wachten bij de busmaatschappij erg snel voorbij.

En toen de nachtbus! Zoals gezegd zijn de wegen beter dan in India, maar de chauffeurs... Na wat gedommel en steeds wakker schrikken van heftig getoeter en felle koplampen, heb ik besloten om de rest van de rit maar wakker te blijven. Bij een pitstop wat koekjes en chips gehaald, zodat ik wat te knabbelen had bij de spannende actiefilm 'Highway to hellhole Dhaka'... En spannend was ie! Er waren vooral touringcars en vrachtwagens op de weg, die uiteraard niet verlicht is. En iedereen wil voorop rijden... wat betekent dat ze elkaar net zo lang blijven inhalen tot ze weer vrij zicht hebben. En dat inhalen gaat dan soms met twee touringcars tegelijk, zodat de achterste echt niet ziet of er tegenliggers zijn en ze op het nippertje weer ergens tussen moeten duiken. Maar soms ook met z'n tweeën naast elkaar. Dus drie megabussen naast elkaar op een niet al te ruime 2-baansweg, en dan nog de tegenliggers die met groot licht op je af komen. En soms loopt er ook nog gewoon iemand op de weg. Af en toe betrapte ik mezelf er op dat ik helemaal zat mee te bewegen op mijn stoel, de andere bussen ontwijkend en probeerde (mee) te remmen (geleerd van de beste ;-) !! Ook de politie met zwaailicht en sirene is niet iets waar ze voor terugdeinsen; die wordt met het grootste gemak ingehaald?! En de politiecontrole zoefden we bijna voorbij, maar op het laatste moment werd het stuur nog omgegooid. De buschauffeur keek ook nog verbaasd toen hij op zijn op kop kreeg van meneer agent dat hij zo hard op de checkpoint kwam aanracen, haha. Ik wist niet dat touringcars zo scherp konden sturen zonder te kantelen... Maar goed, eenmaal veilig aangekomen in Dhaka hebben we wel afgesproken geen nachtbus meer te nemen. Niet dat het rijgedrag overdag veel beter is, maar dan is het in ieder geval drukker met ander verkeer, waardoor de snelheid een stuk lager ligt! Of dat lijkt maar zo omdat je gewoon beter ziet wat er gebeurd?!

Veilig aangekomen wilden we gelijk onze re-entry permit op te halen, en zijn maar een paar uurtje op de stoep gaan wachten. Toen het eindelijk 8 uur was en wij nogal brak binnenkwamen vroegen ze wat we kwamen doen... uh mijn paspoort inleveren? Ben je gebeld dan?... uh ja! Door wie dan? Geen idee... Kom maar om 10 uur terug. Ja hallo!? Gelukkig konden we ze overtuigen dat we onze paspoorten konden inleveren, zodat we ze wonderwel met re-entry permit om 4 uur weer konden ophalen. De volgende keer zijn we niet zulke brave Hendrikjes en wagen we de gok en zien we bij de grenspost wel wat er gebeurd.

De volgende dag naar Paharpur wat ooit het grootste klooster ten zuiden van de Himalaya was. Helaas is ook deze weer redelijk met grond gelijk gemaakt, maar de stupa in het midden is nog wel zo'n 20m hoog. Al is hij ooit een stuk hoger geweest. Op het terrein zelf hebben ze een resthouse waar ze ook nog een plekje voor ons vrij hadden. Dus konden we 's nachts, bijgeschenen door de bewaker, de stupa verkennen. Heel cool! En konden we ook ´s ochtends vroeg voor de drukte wat toeristloze foto's schieten van de met grasovergroeide ruines. Beetje jammer was dat we achtervolgt werden door jochies in schoonuniform, die niet van plan waren naar school te gaan... Op zich hadden we niet echt last van ze, maar toen we eenmaal terug in onze kamer waren, stonden ze ineens in de deuropening... gewoon naar ons te kijken. Toen hebben we ze toch maar weggestuurd. Want in een land waar je altijd wordt aangestaard, en je hotel de enige plek is waar je alleen kan zijn (meestal dan, want soms komt de hoteleigenaar met allerlei 'smoesjes' tig keer storen), wil je ook af en toe gewoon even alleen zijn.

En toen was na 5 ipv 3 weken de tijd toch aangebroken om Bangladesh te verlaten... Toch wel wat verdrietig, want Bangladesh is zó gaaf en mooi!!! Maar er ligt nog meer moois te wachten en dus vertrokken we naar de Burimari grenspost met India. Maar daarover de volgende keer meer.

Liefs van ons!

The NOT so scary Hilltribes

Hallo allemaal!

Kort schrijven lukt ons gewoon niet. Het is hier te leuk en we maken te veel mee om korte verhalen te schrijven. Dus pak een kop koffie en ga er maar even voor zitten... En KvM, niet onder werktijd natuurlijk! ;-)

Waren we helemaal klaar voor een relaxed tripje met de rocket, zag de rocket er toch ineens heel anders uit… huh?? In plaats van een omgebouwde stoomboot was het meer een omgebouwd vrachtschip... Geen afgeschermd 1e klas dek, om van een prive hutje nog maar niet te spreken (geen gordijn voor de raampjes...) Dus wij met veters en een sjaal in de weer en tot groot verbazen van iedereen ons eigen gordijn gemaakt. Maar ondanks het gordijn bleven de mensen zich voor onze deur ophouden en nieuwsgierig gluren. De tocht was wat ruig want we gingen vol de baai van Bengal in, zodat we flink heen en weer geschud werden op volle zee. Af en toe kwamen er sloepen vol met mensen naar ons toe gevaren die ook nog aan boord moesten. Deed ons een beetje aan verstekelingen denken, zoals je dat op het nieuws wel eens ziet. Halverwege de dag hebben we de 'moderne kunst' aan boord maar eens bekeken... de helft van mensen had namelijk hun kleurrijke maaltijd weer op het dek gedeponeerd…Gelukkig hadden wij een anti-zeekziek pilletje genomen en die werkte!!! Hoewel het niet de relaxte boottocht werd die we hadden verwacht, was het wel weer een ervaring!

Inmiddels zijn we goed aan het intergreren. Zo kijken we niet meer op van een paar huisdieren meer of minder. In India hebben we eigenlijk bijna geen beestjes gezien, maar in Bangladesh hebben we op elke kamer minstens één kakkerlak en ze zijn 'niet zo heel klein' (lees: ERNORM!!). Een muskietennet is zó fijn, al is het vaak niet eens om de muggen buiten te houden, maar al het andere dat rondfladdert en kruipt! Warm water is er ook niet meer, hier kennen ze alleen een koude douche! Maar het is hier zo warm dat ook het leidingwater redelijk opwarmt en we nog niet echt koud hebben hoeven douchen. En dan is er nog het eten, dat doe je hier met je rechterhand. Ja, precies, met je hand. Bestek is er vaak gewoon niet, of alleen een opscheplepeltje, maar dat is niet bedoeld om mee te eten. In Bhisnupur (India) zagen we voor het eerst dat mensen met hun hand aten, toen hebben wij nog maar even het opscheplepeltje (formaat theelepel) gebruikt, maar inmiddels doen we gewoon gezellig mee. Dus lekker de rijst, dal en groentecurry (die voornamelijk uit aardappel bestaat) door elkaar kneden met je hand tot het lekker plakt en dan smullen maar. Om je vingers bij af te likken zullen we maar zeggen ;-) Een kippetje met maar één hand afkluiven is soms nog best lastig. Je linkerhand gebruiken is not done, aangezien die voor andere dingen wordt gebruikt, dus je kan echt maar één hand gebruiken, maar dan is het nog steeds makkelijker dan met een vork en lepel. En na het eten een lekker kopje cha, een klein beetje thee in verhouding tot de hoeveelheid melk en suiker. Nooit gedacht dat wij als sterke zwarte koffie-drinkers dat nog eens lekker zouden vinden, maar inmiddels sluiten we er elke maaltijd mee af. Inmiddels zijn we ook maar 'getrouwd', want vriend/vriendin kennen ze in India/Bangaldesh niet echt. Pas als je getrouwd bent, kun je met elkaar omgaan en bv samen een hotelkamer nemen. Ook van het geruzie kijken we niet meer op en worden ook wij een stuk brutaler. We onderhandelen al wel over de prijs met de riksja wallah, maar inmiddels gaat dat met wat meer stemverhef en gebaren. Net echt :D En het werkt, want als je terugschreeuwt en een beetje bluft dimmen ze vaak in en betaal je gewoon een eerlijke prijs. Niet dat de prijzen hier zo hoog liggen, een gemiddelde dag kost zo'n 25 euro voor 2 personen (yes, all-in), maar goed, ook wij moeten een beetje op ons budget passen, aangezien we nog lang niet naar huis willen!

Op weg naar de Hill Tracts, Rangamati! Volgens de regering is het hier erg gevaarlijk want er wonen allemaal hele vriendelijk mensen…:-S Na een aantal checkpoints waar we steeds dezelfde formulieren en ook nog in tweevoud moesten invullen (kopieermachine was wel handig geweest of desnoods een carbonpapiertje) zijn we zonder problemen aangekomen. Rangamati ligt eigenlijk in een meer en is niet veel meer dan één lange weg met zandpaadjes die naar de bergdorpjes lopen. Na een wat experimentele wandelroute kwamen we in een dorpje van de Chakma stam. Bijna direct kwam er een mevrouw, Mitu, naar ons toe die ons bij haar thuis uitnodigde. Yes!! Wij waren erg nieuwsgierig naar de bergstammen, dus dat aanbod sloegen we niet af. Eenmaal thuis bij Mitu bleek dat het leven van de bergstam niet meer zo 'basic' was als wij dachten. Ze had een bamboe huis met een groot bankstel en stoelen, een tv en ventilator. Wij hadden iets heel anders verwacht, maar het was leuk om te zien. Toen we eenmaal binnen waren verdween ze in de keuken en kwam terug met 2 mega schalen met meloen. Heerlijk! Ook werden we uitgenodigd om de dag erna terug te komen, om samen nieuwjaar te vieren. Dat leek ons erg leuk en dus klopten we de volgende dag om 4 uur weer aan.

Omdat we niet echt wisten wat de bedoeling was, hadden we van te voren wat gegeten. Uiteraard niet nodig want het eten stond al weer klaar toen we aankwamen en er werd royaal voor ons opgeschept. Eenmaal volgestopt waren we helemaal klaar voor de festiviteiten... maar eerst moesten we nog bij een broer langs. En hier stond alweer eten klaar!? Hoewel we al redelijk vol zaten wilden we uiteraard niet onbeleefd zijn en hebben we ons best maar weer gedaan... Nou op naar de festiviteiten dan maar... uh nee, eerst nog meer familie langs en nog meer eten! Bleek dat hun nieuwjaar een beetje te vergelijken is met ons kerstfeest: bij familie langs en heel veel eten... En in record tempo! Na elke familie was het 'hurry hurry, no time', hup naar de volgende! Zo hebben we zo'n 15 families bezocht, terwijl we na de tweede al propvol zaten... Soms konden we ons er nog met alleen wat fruit van af maken, maar meestal werd er voor ons opgeschept (altijd te veel)... Het ergste waren nog de zoetigheden: 'misti's', iets wat het midden houdt tussen een klomp suiker en lauw gebakken oliebol. Niet echt licht verteerbaar zeg maar. Maar volgens Mitu was het altijd: 'no problem, no problem! You can eat!' Wij: uhh nou eigenlijk begint het best wel een probleem te worden... maar helaas bleef het 'no problem' en werd ons bord zelfs bijgevuld als we niet oppasten. Desondanks was het wel echt een supercoole avond! Het was ook zo comisch, wij kenden niemand en waarschijnlijk wisten die mensen ook niet dat wij kwamen, maar werden overal even vriendelijk ontvangen. En wij sjouwden steeds maar achter Mitu aan, hup een woonkamer/slaapkamer binnen, ploften neer op bed, die als bank dient, en propten ons vol met eten om vervolgens weer snel verder te gaan. Met de gastheer/vrouw spraken we bijna niet. Al kwamen ze wel altijd even vragen waar we vandaan kwamen en of we man en vrouw waren. En bijna overal moesten we beloven dat we elk jaar terug zouden komen. De Chakma's zijn echt supergastvrije en vriendelijke mensen! En ze hadden ook nog 'homemade' rijstwijn, oftewel 'hot water', wat voor Rogier ook wel een pluspuntje is in redelijk islamitisch (lees alcoholvrij) Bangladesh :-) Dat het sterk was maakte niet uit: als je hoofd begon te draaien moest je gewoon een slokje water drinken... Na 4 uur veel te veel eten (en dat terwijl een boottochtje 's ochtends eerder gestopt moest worden door buikkrampen en veel te frequent toiletbezoek) moesten we beloven dat we de volgende dag terug kwamen om deel te nemen aan een boeddhistisch gebed. Tot slot werd zelfs nog onze taxi betaald en kregen we ook nog 2 kokosnoten mee...

De volgende dag stonden we om 8.30 weer bij Mitu, en bleek dat we eerst moesten ontbijten... Gelukkig gingen we daarna wel gelijk naar de tempel ;-). Het was er héél erg druk en het hele terrein rond de tempel was afgeladen met biddende mensen. Mitu heeft ons rondgeleid en daarna ging ze zelf bidden. Toen ze terugkwam vroeg ze of we nog tijd hadden om mee te gaan naar haar zusje. Wij grapten tegen elkaar dat we weer gingen eten en dat bleek ook het geval... En na haar zusje gingen we naar haar broer en zo ging het door... Toen we uiteindelijk zeiden dat we nog wat dingen moesten regelen, legde ze het tempo nog hoger. Het eten werd echt schrokken, hurry hurry no time, en zo deden we nog 3 bezoekjes in een half uur. Mitu wilde toen nog onze hotelkamer zien, maar was duidelijk teleurgesteld. Waarschijnlijk had ze een superluxe kamer verwacht, maar wij budgettravellers hadden een betonnen kubus, welliswaar met soort van balkon en uitzicht op het meer (en vuilnisbelt). Dus moesten we gelijk beloven dat we de volgende keer bij haar thuis zouden komen slapen. Daarna moesten we toch echt nog mee naar een paar mensen... Maar we werden vroeg naar huis gestuurd omdat onze bus om 7.30 uur vertrok. En voor we het wisten werden we in een taxi gezet en konden we niet eens echt afscheid nemen van Mitu, die ons 3 dagen lang zo gastvrij had ontvangen.

Op naar de volgende hilltribes in Bandarban. De guidetours (waarmee we de bijentoer hadden gedaan) hebben hier een resort en het meest luxe hutje was al voor ons gereserveerd. We hebben toch maar gekozen voor de slaapzaal (die we uiteindeijk alle 4 dagen voor ons zelf hadden... best relaxed dus uiteindelijk), veel goedkoper en met een veel mooier uitzicht ook nog! Nieuwjaar vieren duurt hier drie dagen en de bergstammen hier vieren dat met heel veel water. Op weg naar Bandarban werd opeens geschreeuwd dat we de ramen dicht moesten doen, niet dat we dat verstonden, maar gelukkig hielp de conducteur ons. Er stond namelijk een legertje kinderen met emmers vol water op ons te wachten.... Dus dat beloofde wat voor het feest in de stad. Uiteraard waren wij toeristen een gewild doelwit (vooral Elske, het is blijkbaar erg leuk om meisjes nat te gooien :-) en waren we al zeiknat voordat we bij het veld aankwamen waar het officiele feest was. Op het veld was zelfs een watergooiwedstrijd; jongens tegen de meisjes. Twee boten gevuld met water en dan elkaar zo nat mogelijk gooien. Wij werden ook uitgenodigd, dus kon Rogier ook Elske nat gooien. Elske was nogal enthousisast, zodat naast water ook af en toe het waterbakje werd weggegooid... Het was een gezellig feestje waarbij iedereen natgegooid wordt, ook politie en leger worden niet ontzien...

Bandarban is het hiking centrum van Bangladesh. Dus wij met een handgetekend kaartje aan de wandel, natuurlijk zonder gids en op onze slippers :-) De wandelroute liep langs verschillende dorpjes van de bergstammen die hier wonen. Blijkbaar waren we gespot, want terug in het resort hoorden we van de hotel manager dat hij gehoord had dat er twee van zijn gasten helemaal alleen midden door de jungle aan lopen waren, wij dus :-) Na een paar dagen heerlijk wandelen was het weer tijd voor wat ruines.

Omdat het verhaaltje weer wat lang wordt, even knipper de knip... lees verder in deel 2.

Bangladesh; honing en meer!

Bangladesh!!

De grens over ging redelijk soepel. Behalve dan dat iedereen zo ongeveer je paspoort uit je handen trekt en dan allemaal (dezelfde) formuliertjes voor je gaat invullen, met allemaal verkeerde informatie !!! , en dan uiteraard ook nog geld verwacht... Ook je tassen worden continu door iedereen gepakt en gesjouwd, wat helemaal niet hoeft (anders had ik Jan wel meegenomen ;-) ) en ook die zijn zo snel uit zicht dat je wel een beetje allert moet zijn waar alles blijft. En we verstaan of herkennen hier niets meer van de taal. Alles is geschreven in Bangla en dat lijkt niet bepaald op onze lettertjes... In India was bijna alles ook in Engels aangegeven, maar die luxe is voorbij. En omdat iedereen zo snel is, met je paspoort en je tas, en bijna geen engels spreekt heb je geen tijd om te bedenken of het iemand is die er echt werkt en je helpt of iemand is die er officieel niet werkt, je helpt (van de regen in drup) met iets waarbij je niet geholpen wilt worden en ook nog geld wil.

Verder waren we nog bijna getuige van een kind dat vermoord werd. Een kind had ruzie met onze man van de busmaatschappij en had een steen gepakt, waarop die van ons een grote baksteen pakt en achter dat kind aangaat... De man leek zo boos te zijn dat we even dachten dat het uit de hand ging lopen maar gelukkig bleef het bij wat dreigen. Blijkbaar is dat hier vrij normaal want later kwamen we nog een keer in zo'n steen gevecht terecht.

Maar goed, na de grens overgestoken te zijn, gingen we dus op honingjacht. Wel een beetje prijzig deze tour, zeker voor Bangladesche begrippen. Het was zelfs zo'n pak geld dat het totaalbedrag niet in 1 keer gepind kon worden...haha. Omdat we eigenlijk te laat aankwamen heeft het tourbureau (Guide tours) een prive taxi naar de boot geregeld en zijn we toch nog de eerste avond van de trip in de Bangladeshe Sunderban aangekomen. Super! Onderweg hebben we genoten van het landschap, dat is in Bangladesh echt heel erg mooi dus dat was een goede binnenkomer. Onderweg nog een paar keer chai gedronken, met onze relaxte gids/chauffeur Shaheen, omdat de boot nogal wat vertraging had opgelopen doordat deze tegen de wind en het tij in moest varen. Uiteindelijk waren wij nog 1 uur eerder op de plek van bestemming, terwijl de boot 8 uur eerder vertokken was...

Het regelen van de toestemming om mee te mogen op honingjacht ging wat moeizaam, waardoor we de officiele openingsceremonie van de honingjacht helaas hebben gemist. Gelukkig is het uiteindelijk wel gelukt en konden we wel mee met de honingjagers. Dat was supergaaf! Ook wel een beetje eng omdat je pal naast zo'n honingraad staat als die uitgerookt wordt (om van de tijgers die er rondsluipen nog maar niet te spreken). De bijen, en dat zijn er véél!, vliegen alle kanten op bij het uitroken en daar sta je dan midden tussen. Gelukkig worden ze door de rook verdoofd. Ter bescherming moesten we ook lange mouwen en broek dragen en kregen we een sjaal die op vakkunidge wijze om ons hoofd werd gebonden. De tijgers werden op afstand gehouden met bommetjes en schreeuwen. Ook waren er twee mannen van van de forest department mee met geweren voor als we oog in oog met een tijger kwamen ((helaas) geen tijger tegen gekomen maar wel voetsporen).

En daar gingen we dan, het mangrove moeras in! Het was gaaf om zo diep in het bos/moeras te lopen en dwars door watertjes te gaan etc. Ook wel zwaar, want waar het heel nat was was het lopen door de modder erg zwaar. Elske zakte regelmatig zover weg tot aan m'n knieën...) dat ze er niet op eigen kracht uit kon komen... Gelukkig kwam onze hulpvaardige crew Elske uit de modder trekken. Ook moesten we regelmatig kreekjes oversteken waardoor we vaak tot onze middel door het water liepen. En dan moesten we in 1 keer allemaal stil zijn! Honing gevonden! We mochten per 4 naar voren komen om de bijenkorf te bekijken. Supervet! We konden echt tot op een meter of 2 afstand blijven kijken zonder dat de bijen ons aanvielen, je moest dan wel heel stil blijven! Nadat we foto's hadden geschoten begon het echt werk; de honingjagers maakten bossen van droge palmbladeren met daarom heen verse palmbladeren. Deze werden vervolgens in brand gestoken en produceerden heel veel rook. Hiermee werden de bijen verdoofd en van de korf weggeveegd. We stonden dus echt midden tussen de vliegende bijen maar gelukkig waren ze niet echt aggressief en hebben we het overleefd zonder bijensteken. Met een mes worden de stukken van de korf weggesneden die de meeste honing bevatten. Ze laten nog wel wat van de korf hangen zodat ze hem later nog een keer honing kunnen jatten :-) Daarna is het snel snel weg voordat de bijen weer terugkomen en merken wat er gebeurd is. Want dan zijn ze inmiddels niet meer verdoofd door de rook en zijn ze vast wat minder lief... Het zoeken naar de bijenkorfen kost veel meer tijd dan het pakken van de honing, maar uiteindelijk hebben we er een stuk of 6 gehad. Na afloop kregen we nog een potje van de verse honing mee, erg lekker!

Op de terugweg van de tocht zouden eigenlijk met de auto teruggaan naar Jessore. Maar omdat wij naar Khulna wilden mochtend we van de Guide Tours nog op de boot blijven tot we weer in Khulna waren. Dus nog een volle dag en nacht extra varen! Superrelaxt met zijn tweetjes op een luxe boot met voor 20 man personeel haha, aan service dus geen gebrek. Ook kregen we zoveel te eten dat wij het niet opkregen, en dat komt niet vaak voor ;-) Het eten was meer Bangladeshe stijl dan toen we nog met alle toeristen waren en het was ineens veel pittiger!! Wie denkt dat Indiaas eten heet is, moet vooral niet Bangladeesh gaan eten. Maar het was erg lekker!!

Op de terugweg kwamen we door het bewoonde stuk van Sunderban en dat is echt superarm doordat er door een overstroming brak water over al het bouwland is gestroomd en verschillende dijken zijn doorgebroken waardoor veel huisjes zijn vernield. Hierdoor zijn de mensen gedwongen om op een paar vierkante meter te leven samen met hun vee. Het is vaak niet meer dan een smal dijkje waarop ze hun huisje hebben gebouwd, met aan beide kanten het dreigende water. Voor drinkwater moeten ze ik weet niet hoever lopen door de brandende zon en verder hebben ze eigenlijk ook niets. Als straks de monsoon komt en het water weer enorm stijgt, vragen we ons af of de huisjes van die mensen hoog genoeg staan om niet wéér onder water te lopen... En daar zaten wij dan op de luxe boot, met een hapjes in onze hand toe te kijken naar hoe deze mensen amper hun hoofd boven water kunnen houden... Dat voelde niet goed!

Eenmaal terug in Khulna hebben we onze verdere route moeten bepalen. Er zijn namelijk een aantal plaatsen die als 'onveilig' zijn bestempeld door de regering. Het betreft op dit moment 2 plaatsen in de regio Chittagong en je moet daarvoor toestemming aanvragen om die plaatsen en de stammen (Hilltribes) die er wonen te mogen bezoeken. Het bleek lastig om ineens weer te moeten plannen wanneer we ergens zouden aankomen...

Vanuit Kulna hebben we 2 dagtripjes gemaakt. De eerste was naar de ottervisser in Gobra. Na wat rondvragen bracht iemand ons na een ottervisser en mochten we mee op zijn boot. Het was super om te zien hoe dat vissen in zijn werk gaat, al hadden de otters er niet zo heel veel zin in en waren ze meer gewoon lekker aan het spelen in het water en aan het genieten van de verfrissing aangezien het weer eens 40 graden was. Maar normaal gesproken moeten de otters, die aangelijnd blijven, de vissen richting het visnet drijven, waarna de vissers het net op de boot hijsen. Maar omdat ze normaal 's nachts vissen hebben wij alleen maar kunnen proeven van hun techniek. Maar het was zeker leuk! En na het vissen kwam natuurlijk weer het onderhandelen over de prijs.... ondertussen was Elske maar broodjes met verse ('zelf' gevangen) honing gaan uitdelen aan de kindjes van het dorp. Een groot succes!! Het hele dropje leek leeg te lopen en niet alleen de kinderen haha. Ons hele ontbijt/lunch was lekker opgepeuzeld door het dorpje, maar het zo schattig om te zien.

S'avonds waren we uitgenodigd door de manager van de Guide tours voor een hapje en een drankje bij hem thuis! Super tjill!Dus wij wilden graag iets meenemen. Wij hadden oa wat organische thee meegenomen... geen goed idee. Omdat er voor organische thee veel meer land nodig is om dezelfde hoeveelheid thee te produceren en er al een voedsel tekort is had hij een hekel aan organische producten. Sorry! Maar het is leuk om te horen dat ook de wat rijkere mensen met de arme mensen begaan zijn. Anyways, verder ging de drank vlot en was het erg gezellig. Er was ook een hindu vriend van hem op bezoek, zelf is hij moslim, en ze zaten elkaar de hele tijd een beetje te pesten, comisch duo! Ook vond de een Dhaka (hoofstad van Bangladesh) een 'hellhole' en de ander zijn favoriete stad... Ondertussen nog geschiedenis les over de het ontstaan van Bangladesh gehad en over de situatie nu. Leuk om wat meer te weten te komen over Bangladesh! Ze hadden vooral af te geven op het onderwijs en de regering. De mensen daar waren corrupt hadden een 'black mind'. Samenvattend zoals ze zelf verwoorden: I love my country, but I hate my nation.

Het andere dagtripje was naar Bagerhat waar de oudste traditionele mosqeën (en ruïnes daarvan) van Bangladesh staan. Helaas was het kaartje niet zo duidelijk en kostte het wat moeite om er een aantal te vinden. Na een tijdje waren we het zoeken zat en vonden we een bankje bij een vijver waar we heerlijk konden zitten. Het was er redelijk rustig, we werden niet buitensportig 'lastig' gevallen en dachten daar even onze broodjes met honing te kunnen eten. Net toen we onze picknick hadden uitgestald zatten we midden in een steengevecht.... Ehhh... Er stond ineens een vrouw met een baksteen in de hand achter ons te schuilen en aan de andere kant kwam een man met steen aangerend... Hier werd wel degelijk met de stenen gegooid en toen de vrouw de man miste kwam hij dicht genoeg in de buurt van de vrouw om haar het hoofd in te gooien. Het was echt heel akelig om te zien en alle mensen die er waren deden niets, alleen Rogier probeerde om de man tegen te houden, al kon hij niet helemaal voor komen dat er een halve klap en een soort van flying kick uitgedeeld werd, maar gelukkig liep het met een sisser af. Toen hebben wij onze spullen maar weer ingepakt en zijn weggegaan. De mensen kwamen nog wel naar ons toe dat we niet weg hoefden te gaan. 'You don't mind do you? She was a mental'. Ja of je dan iemand z'n hoofd in mag gooien met een steen. Wij waren er klaar mee!

Inmiddels zitten we een stoomboot (die tegenwoordig op een Belgische dieselmoter draait) uit 1929! Geweldig zo oud die boot is, zelfs met twee van die mooie schoepraderen aan de zijkant. Omdat iedereen zei dat het een hele gare boot is hebben we voor de zekerheid maar 1e klas geboekt. Best een ruime hut, met wastafeltje, tv en ventilatoren. Er is voor de 1e klas ook een eetkamer en we mogen voor op het dek. De 2e klas heeft dat allemaal niet, alleen een hut en de mensen op het dek slapen zonder bed op het dek... Het varen in Bangladesh is een relaxete manier om van het landschap te genieten zonder de chaos van de wegen. En het is minder warm dan in de bussen...

Nog even de verschillen met India:de mensen zijn vriendelijker/beleefder en vragen vaak of ze je eerst mogen lastig vallen... erg grappig. Vooral de jongeren roepen wel 'hello, how are you naar je of 'nice, I love you' haha, maar verder valt het wel mee. Pas als je stil gaat staan om een taxi te regelen of om de weg te vragen, dan verzamelt zich echt in no time een grote menigte om je heen, waarvan de meeste geen engels spreken... zo duurde het laatst een half uur voor we een taxi hadden naar wat later 1 straat verderop bleek te zijn... Verder zijn de mensen wat 'stenengooieriger' of laten we het maar temperament voller noemen. Al mag je blijkbaar iemand gewoon een klap op zijn kop geven als hij bijvoorbeeld tegen je aanrijdt (in India blijft het meestal bij een hoop geschreeuw).

De wegen in Bangladesh lijken beter dan in India, al twijfelen we over de chauffeurs... waarschijnlijk is varen, ook in een boot uit 1929!, de veiligste manier van transport. Verder zie je hier heel veel fietsen met een soort opleggertje die als vrachtwagen dienen als je kijkt naar de lading die erop ligt. Ook zijn er lange karren met enorme ladingen die door 2 mannen wordt voortgeduwd. Enorm zwaar werk, en dat in deze hitte en vochtigheid (biscuitjes zijn binnen een half uur helemaal slof...). En supercool is dat ze in Bangladesh de plasticzak hebben verbannen. Overal krijg je een stoffen tas (soort verband gaas), of een stoffen net (mandarijntjesnet maar dan van stof). Kan de rest van de wereld nog wat van leren! En groen puntje nummer 2: ze hebben hier naast gewone tuk tuks ook veel elektrische tuk tuks. Misschien een beetje paradoxaal; de stroom valt hier wel om haverklap uit.

Verder oogt Bangladesh niet armer, misschien zelfs wel rijker, dan India. Zo zijn de kleine winkels bijvoorbeeld mooier en schoner, ze hebben zelfs juweliers en bloemenzaken waar mensen aan het bloemschikken zijn. En ze hebben supermarkten, iets wat we in India maar 1x zijn tegengekomen, waar ze de producten scannen net als bij ons. Waarschijnlijk leven de arme mensen in Bangladesh veel meer op het platteland, en daar zijn de mensen echt wel arm. In India zie je veel arme mensen in de steden, die slapen op straat en overdag zijn ze aan het bedelen. Dat hebben we in Bangladesh nog net gezien. Het landschap is hier echt adembenemend mooi, super groen, zelfs als de monsoon nog moet beginnen, en met veel verschillende planten en bomen.

Vanavond varen we met de Rocket naar Chittagong! Het schijnt daar erg mooi te zijn met de bergen, ravijnen, kliffen en het oerwoud! We zijn benieuwd!

Sorry voor de het enorme verhaal (we delen ze maar weer op in 2 verhalen). Kort en bondig schrijven lukt op 1 of andere manier nog niet echt... (toch weer 2 karakters bespaard door '1' in plaats van 'één' te schrijven ;-) Misschien lukt het de volgende keer...

Groetjes van ons!

Tijgers en geitjes

Vanuit Bodgaya met de trein naar Kolkata... als dat tenminste gaat lukken. Want eenmaal op het treinstation aangekomen (ruim op tijd om 19.00 uur) bleek onze trein ipv 20.30 pas om 01.15 te gaan vertrekken volgens de digitale informatieborden... Het werd een uur of tien, blijkbaar moet je gewoon afwachten en niet te veel uitdoen op borden etc. En soms valt het mee, maar meestal tegen... Maar dit keer dus mee en we kwamen zelfs op de oorspronkelijke tijd in Kolkata aan, iets wat vast niet veel vaker voor gaat komen, haha.

Na wat sightseeing in Kolkata op een héél rustig tempo ivm de hitte (het is hier zo vochtig en warm dat je ik tijdens taekwondo of spinning niet harder kan zweten dan ik hier af en toe doe als ik niets doe pffff) hebben we een 'dagtripje' naar Bishnupur gemaakt, zo'n 5 uur vanaf Kolkata. In Bishnupur staan terracotta paleizen van de Malla kings en ze zien er door de ronde daken en terracottategels een beetje uit als snoepgoedhuisjes. Bishnupur is een klein dorpje en we waren er op zondag waardoor er veel gesloten was. Zo heerlijk rustig vergeleken met de grote stad!

Vanuit Kolkata hebben we tour geboekt naar de Sunderban, om tijgers te kijken. Alles goed geregeld, met een ontbijtpakketje in de bus op weg naar de boot, verse kokosnoot drinken toen we aankwamen, koekjes bij de koffie :D, wake-up service met een irritante bel en véél te vroeg (5.30 uur) maar wel met koffie! etc. Wat een luxe!! Verder viel de tour een beetje tegen, want we hebben geen tijger gezien... Wel wat herten, wilde zwijnen, grote watervaranen, aapjes, vogels en 2 grote slangen waarvan één een cobra! Zelfs vanaf de uitkijktoren die op behoorlijke afstand was, was het beest indrukwekkend groot! Dat was wel cool! Sunderban is de grootste rivierdelta ter wereld en de tijgers leven voornamelijk diep in de mangrove en zijn daardoor niet te zien vanaf de grote boot waar wij op zaten, die niet in de kleine kreekjes kon varen. Helaas hadden we ook niet het geluk dat er eentje aan het zwemmen was. We zaten dus voornamelijk op de boot, ons suf te turen of we tussen de struiken een tijger zagen. Tijdens een film die ons werd getoond werd in de introductie al vermeld dat het zelden voorkwam dat er een tijger werd gezien.... haha, als ze dat nou vooraf vertellen... Maar het was wel even heerlijk relaxen, midden in de natuur, zonder de herrie en chaos van de stad en toeterende autos (dat is echt om gek van te worden)!

Terug in Kolkata moest ons visum voor Bangladesh geregeld worden. Dat was voor we naar Sunderban vertrokken helaas niet gelukt omdat het consulaat stipt om 11 uur zijn deuren sloot en we ons formuliertje net een paar minuten daarna wilden inleveren... niets gaat hier op tijd als je het nodig hebt en dan nu... Een paar extra dagen Kolkata dus. Verder blijken we iets te veel op de Loney Planet te vertrouwen, want het visum kon niet in 1 dag geregeld worden zoals er stond, maar kon pas de volgende dag opgehaald worden. Beetje naïef van ons, aangezien een visum regelen in Nederland al meer dan een dag duurt, gaat dat India vast niet sneller ;-)

Door die extra dag konden we nog wel mooi een keer naar de Kaligattempel. Want de eerste keer dat we daar waren waren we te vroeg voor 'the happening'. Wij waren om 5.30 uur bij de tempel, want om 6 uur zou de rituele offering van de geitjes beginnen. Maar er gebeurde niets. Tijdens een leuk babbeltje met een Japanse jongen die nu in Hongkong woont (hij gaat ons Hongkong laten zien!!), hebben we bijna 2 uur gewacht, maar er gebeurde nog steeds niet. Bleek pas om 10 uur te zijn... maar daar konden we niet op wachten omdat we naar het consulaat moesten. De volgende dag dus een nieuwe poging gewaagd en het was de moeite waard! Wat een bizar tafereel, helaas mochten we geen foto's maken; die zouden ongetwijfeld meer doen spreken dan ons verhaal. De tempel is helemaal ingebouwd tussen allerlei marktkraampjes, waar je chai kan kopen en bloemen om te offeren en het is er altijd erg druk in de smalle paadjes. Eenmaal op het tempelterrein zijn er nog steeds kraampjes en is er naast de tempel ook een offerplek, een iets verlaagd gedeelde, afgezet met een muurtje. En binnenin staat een verhoogd plateau met daarop 2 palen. De mensen brachten daar hun offer, leggen bloemen neer, of goten een kokosnoot leeg over het plateau, of legden gewoon wat geld neer, om Kali gunstig te stemmen. Vervolgens gaan ze met hun hoofd tussen die palen heen en weer, zeggen een gebed en maken ze er kruisjes op met hun vingers die in iets (bloed??) gedoopt zijn (waren net de amsterdams kruisjes ;-) ) En toen gebeurde het. Er kwam een man met een geit aangelijnd aanlopen en het geitje werd onder een kraan gewassen. Vervolgens werd het geitje nogal ruw opgetild en werden z'n poten verdraaid op z'n rug samengepakt (alsof iemand onze handen bovenlangs op onze rug wil samenbinden). Zó zielig om te zien, en het gekrijs van die beestje gaf wel aan dat het zeer deed en dat ze door hadden dat het nu goed mis was. En dat was ook zo! Want vervolgens werden ze met hun kop tussen die 2 palen op het plateau gelegd en werd er een pin over de hals strak aangedraaid zodat het beestje nergens meer naar toe kon. Een man trok aan de poten het beestje zo uitgerekt mogelijk, zodat de hals mooi bloot kwam te liggen. Een tweede man hakt vervolgens in een heel snelle beweging, en onder trommelgeroffel, het hoofd van het geitje af... En dat gebeurde niet één keer, maar continu alsof het een fabriek met lopende band werkzaamheden betreft. Zó bizar!!

Na nog even rondgekeken te hebben blijkt dat meestal een gezin/familie, zo'n geit kopen om te offeren. Eenmaal bij de tempel wordt het beestje nog goed verzorgt, het wordt gewassen, krijgt te eten etc. Vlak voor het offeren wordt er nog een soort gebed aan Kali gericht in de hoop haar gunstig te stemmen. Het geitje vermoedt dan nog niets en staat lekker te knappelen van het eten tot ineens weer die 'koude' douche komt en het allemaal erg snel is afgelopen. Zo snel dat het lichaam nog best een lange tijd naspartelde al bloed spuitend, en het hoofd naar adem lijkt te happen... De familie van wie de geit was, komen vervolgens naar voren en krijgen een stip op hun hoofd van het bloed uit de kop van hun geit. Vervolgens wordt het lichaam afgevoerd en op straat ontleed en krijgt de familie de gewenste stukken vlees/karkassen mee naar huis. Om soep van te koken?? Dit hele gebeuren was zo bijzonder en apart dat het gevoel en de sfeer niet te te beschrijven zijn. Als je ooit in India komt is het zeker de moeite waard om zo'n offering zelf te gaan bekijken, hoe naar het nu ook mag klinken wat daar gebeurd!

's Middag ons visum opgehaald en het was gewoon gelukt! Toen we het aanvroegen moesten we op interview komen wat eigenlijk niet meer inhield dan betalen haha, al wilden ze bij ons nog wel weten waarom we 42 dagen visum hadden aangevraagd. Die man daar: 42 days... WHY??? Bangladesh is a small country! 30 days is enough! Dus wij maar uitgelegd dat we ons niet wilde haasten. Dus die man: Ok I can give you 40 days. Ok, dan doen we 2 dagen minder ;-) Blijkbaar maakt 2 dagen een siginificant verschil?! Maar wij waren allang tevreden!

Vanuit het consulaat gelijk een buskaartje gekocht voor de volgende ochtend 5.30 uur. Inmiddels waren we lang genoeg in Kolkata geweest... en we hadden haast om in Bangladesh te komen omdat op 31 maart de honey hunting tour begon, en daar wilden we bijzijn!